Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Mocht Coenen bedoelen dat de groote volksschrijver nu juist niet meer tot de lievelings-lectuur behoort van literaire fijnproevers, noch der heeren literatoren zelf, zoo geef ik hem gelijk, doch ziet, al ziet! welk een armzalig hoopje vertoont te midden van het lezende menschdom deze in anderen gedachtengang zoo kostbare rubriek! De ironie is dubbel en dwars verdiend....
Schijn kon hij steeds van waarheid onderscheiden en met dezelfde ironie ontleedde hij de hoogste zoowel als de laagste Kaukasische kringen. Nikolaas Nikolajewitsch schreef weinig. Herinneringen van een Jager is het eenige verhaal dat tot ons is gekomen. Het werd indertijd opgenomen in den Sawremjennik.
Toen zij dicht genoeg bij hem waren groetten zij hem beleefd, doch moesten blijkbaar alle moeite doen om hun gezicht in een plooi te zetten, alsof zij volkomen op hun gemak waren. "Sir! wij komen als afgevaardigden," sprak de een, "om u onze eischen bekend te maken." "Zoo!" zei de jager op een toon van ironie.
De ironie der feiten wilde, dat Goethe destijds nog voortdurend van haar was vervuld, een nauwkeurig dagboek voor haar bijhield en eenmaal te Rome zich eerst richtte tot God en onmiddellijk dan tot haar. Tot de vrouw die hem platweg zou "afschrijven", zoodra ze zijn adres kende.
Dat de dichters, die evenmin als anderen, den oorsprong van het geloof in kwestie kenden, het verlokken van den oogst letterlijk opvatten om hetzij hunne fantasie, hetzij hunne ironie bot te vieren, kan geen verwondering wekken. Er werden echter aan de magie ook gunstige werkingen toegeschreven.
Inderdaad, Djelal-ed-din Mohammed! gij doet wél eer aan uw naam! Djelal-ed-din! "De Glorie des Geloofs!" Bittere ironie van het noodlot, toen het u eenmaal bekleedde met zulk een titel dien gij bestemd waart op zoo smadelijke wijze te onteeren!
Dat echter de ironie wondt, maar niet kan dooden wat leeft, dat zij geen macht is, maar een onmacht, is niet aan Mefistofeles, maar wel aan Faust bekend. Op juiste wijze karakteriseert Faust het vergeefsche werk van zijn tegenstander: "Zoo heft gij tegen de eeuwig werkzame heilzaam-scheppende macht de koude duivelsvuist op, die gij boosaardig balt, doch vergeefs".
Het is een meesterlijk volgehouden ironie; bijkans elke regel is een zweepslag, een striem, een duw tegen de schijnvroomheid en het bijgeloof van Erasmus' tijd: het geheel een eerepalm voor het verlichte genie en den waren godsdienstzin van onzen Erasmus.
»Voeg hierbij dat de geheele familie onder elkander verdeeld was, door allerlei kibbelarijen en kleingeestige rangtwisten, en gij zult het begrijpelijk vinden, dat ik als hoofd van het geslacht nogal wat te doen vond om den ondergang van mijn huis te voorkomen, waartoe allen in mijn afwezen zoo eendrachtelijk hadden samengewerkt, hoe oneenig ze overigens ook mochten zijn," had Sir Peter, dien wij nu zelf laten spreken, tot Frits gezegd op een toon van ironie, die nòg van zijne gevoeligheid op dit punt getuigde.
"Dus.... geneest men van zekere passie?" vroeg Rudolf, even de schouders ophalende met eene mengeling van snaaksheid en ironie. "Faute d'occasion; wij hebben hier niets meer dan Rolf om zijn partijtje te maken." "Welnu, kan die Rolf hem die poets niet hebben gespeeld?" "Rolf! het trouwste en eerlijkste schepsel dat er is!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek