Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 november 2025
Wat was het vroolijk in onze kleine hut en aan Delphi's bronnen! Den avond, voordat Aphtanides zou vertrekken, zat hij peinzend evenals ik tegen de helling der rots aan; zijn arm was om mijn middel geslagen, de mijne om zijn hals; wij spraken over de ellende van Griekenland en over de mannen, die het kon vertrouwen.
Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot hartzeer, verloren geraakt. Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders, dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande.
Op deze onverwachte slag volgde eene algemeene vlucht, iedereen keerde, zoo snel hij kon, naar zijne hut terug, en gedurende het overige gedeelte van den dag bleef de stad geheel eenzaam. De nacht kwam en met hem volkomen windstilte. Men moest besluiten onbeweeglijk te blijven op driehonderd voet van den grond, geen enkel vuur schitterde in het duister, er heerschte eene doodelijke stilte.
Daarbij was de kapitein bang, dat de zee de hut aan het strand zou overstroomen, en dus liet hij het schip in den steek, om in het dorp boven te gaan kampeeren. Ik ijlde naar de kust, om mij van de hopeloosheid der situatie te overtuigen. De kapitein had niet overdreven.
Uilenspiegel deed teeken met de hand, dat hij honger noch dorst had. Toen ging hij voort met Lamme, die schrijlings op zijnen ezel bleef, terwijl Uilenspiegel den zijnen bij den halster geleidde. Zij kwamen aan de hut van de uitzinnige Katelijne, bonden hunne ezelen vast en gingen binnen. Het was het etensuur. Op de tafel stond eene pateel prinsessenboonen, ondereengestoofd met boerenteenen.
Zoo dan zat hij bij de vlammen, Warm en prettig, etend, lachend, Zingend: "O Kabibonokka, "Toch zijt gij mijn medestervling!" Woedend trad Kabibonokka Nu de hut des duikers binnen. Shingebis, de duiker, voelde 't, Voelde 't aan de groote koude, Aan dien adem, kil en ijzig.
De zee is altijd een ontzaglijk gezicht, maar als men haar ziet op een volstrekt eenzame plek, met niets dan het dorre duin links en rechts en achter zich, zonder hut aan het strand of zeil op hare vlakte, dan grijpt de aanblik dier uitgestrekte ledigheid u dubbel aan.
En die laten hun niets anders dan de ingewanden over, zooals de Europeesche jagers ongeveer met hunne jachthonden handelen. Een Macalaccasche Kaffer bezit niets in eigendom, zelfs de ellendige hut, niet, die hij bewoont, zelfs de kalabas niet, waaruit hij drinkt.
Aan gene zij van het bosch ziet men links van den straatweg nog een armoedige hut, ofschoon de voerbak die er vóór staat moet aankondigen, dat men binnen Het Roode Zoodje toch wel eens "opsteken" kan.
Daar werden wij niet zonder moeite van onze scaphanders bevrijd, en dood af, van vermoeienis en slaap bijna in elkander zakkende, ging ik naar mijne hut nog verbaasd over den wondervollen tocht in de diepten der zee. De Stille Zuidzee.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek