Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 november 2025
Elke hut, of liever gezegd, elk huis, want de meeste hebben een omvang van meer dan honderd voet, staat in de schaduw van palmen en bananen en is gewoonlijk door een kleine suikerrietplantage omgeven; de geheele ruimte om zulk een huis wordt steeds zeer zindelijk gehouden.
Op de legerplaats van den Majoor aangekomen zynde, met twee Negers, om my te bedienen, was myne eerste zorg, om voor my een hut te doen oprigten, of, om netter te spreken, een zoort van overdek, ten einde myne hangmat voor zon en regen te beveiligen; het werk was in een uur ten einde gebragt.
In dien vloer is een opening, waardoor de bewoners der hut onder het water door naar buiten kunnen geraken. Gewoonlijk bestaat zulk een hut slechts uit één enkele holte of kamer, welke dan tot woonplaats verstrekt aan twee beverfamiliën, namelijk vier ouden en zes tot acht jongen.
De oude zigeunervrouw ging terug naar haar hut in het bosch en beproefde alle tooverkunsten om uit te vinden, waar de prinses was. Eindelijk ontdekte zij, dat de prinses in een oud kasteel woonde, in een ver afgelegen land, met een jongen edelman, die haar getrouwd had. Het toovertapijt.
Wij bestijgen onze rijpaarden, die wij de voorzichtigheid hebben gehad altijd bij ons te houden; en vergezeld door een enkelen soldaat als militair geleide, verlaten wij onze hut, en slaan den weg in naar Koem, gevolgd door onze karavaan van miniatuur-ezels. 30 Juli.
Een groep bonzen bedient dit heiligdom en woont in de gebouwen van het eigenlijke paleis. Teleurstelling! Het paleis is slechts een hut van stroo, een groote hut wel, lang en diep, maar toch op verre na geen vorstelijk verblijf.
Zij zou haar verhaal wel wat hebben willen verkorten, maar dan zou hij het misschien minder goed begrijpen, en bovendien hadden zij den tijd, zij om alles te vertellen, hij om alles aan te hooren; de hut in de steppe, de stal met de groote ossen was nog ver weg. Zij hervatte dus: "De jonge vrouw ging opnieuw naar den tuin.
Wij waren thans zeker, dat wij niet van koude zouden omkomen, maar hoe wij aan eten zouden komen, wisten wij niet. In die gastvrije hut was geen broodkas en stonden geen pannen op het vuur. Gelukkig was mijn meester een man van ervaring, die steeds zijne voorzorgen nam. Voordat wij dien morgen op weg waren gegaan, had hij reeds voor levensbehoeften gezorgd: een half brood en een stuk kaas.
Toen Mathilde in de hut zat, kwam Marie weêr even praten, snel voortbreyende, haar oogen over haar werk, haar ellebogen op de heupen, bij de belangrijkste punten van haar spreken een breinaald tegen haar borst vooruitduwend door de steken, haar neus afvegend met den rug van haar rechterhand.
Toen ik wakker werd, waren wij in de gevangenis; maar de kamer was niet slechter dan die in onze eigen hut; ik kreeg uien en harsachtigen wijn, dien zij uit een geteerden zak schonken: beter hadden wij het te huis ook niet. Hoe lang wij gevangen bleven, weet ik niet; maar er verliepen vele dagen en nachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek