Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


»Zeg, jongens, willen wij nu eens wat anders gaan spelenvroeg Bob. »Ja, wat dan?» »Verstoppertje?» »Ja, ja, verstoppertje! Dat is goed! Wie zal hem wezen?» »Ik welzei Karel Holm. »De eikeboom is honk, en wij mogen niet verder dan tot aan den schoenmaker aan de eene en de brug aan de andere zijde. Is dat afgesproken?» »Goed, niet verder dan de brug en den schoenmaker!

De arme, burgerlijke muziekmeester Holm, die op zijne adellijke leerlinge Caroline verliefd wordt, voor wie hij sentimenteele romances dicht, Karel van Bergen, de misdadige bon-vivant van ouden adel, die door Caroline's stiefmoeder als schoonzoon begeerd wordt, het offer dat de edele Holm bij herhaling brengt ten einde dezen onwaardigen medeminnaar te redden, om de schuld van zijn vader jegens dien van Karel te boeten, en eindelijk de uitredding door een vriend van beider reeds overleden vaders, tevens broeder van de booze stiefmoeder, die den armen Holm in zijn eer hersteld, tot zijn zoon en erfgenaam aanneemt, en hem de geliefde Caroline in de armen voert dat alles zijn karakters en situaties uit de boekenwereld van Kotzebue, Lafontaine e. d.

Al ongeveer tien minuten geleden had ik hem op zijne stelten, want het was juist in den steltentijd, den tuin uit- en den weg zien opstappen, en ik twijfelde niet, of zijn weg voerde naar mij. Want Karel Holm en ik, Dorus Volmaar, waren het meest met hem bevriend, hoewel ik moet zeggen, dat alle jongens veel van hem hielden.

Sommige jongens stortten er zelfs tranen om. Maar Karel Holm en mij speet het 't meest van allen, want wij hadden het meest met hem omgegaan. »Dag Bobzeiden we bij het afscheid nemen, en onze oogen waren vochtig, evenals de zijne: »Het ga je goed, . 't Spijt me, dat je heengaat.» »Mij niet minder; dag Dorus! dag Karel! Maar 't is om Moe, weet je. Als ik haar maar behouden mag

't Zal een dag of drie later geweest zijn, toen wij met ons vieren, Bob en zijn neef Pieter, Karel Holm en ik, eene wandeling maakten door het dorp. Pieter zou den volgenden dag weer met zijne Mama naar Amsterdam terug keeren.

»Dat is kinderachtigzei Karel Holm. »Wij doen mede om een prettigen middag te hebben, en natuurlijk ook om wat te winnen. Maar de pret is toch de hoofdzaak.» »Bovendien kan Bob of Tines vallen, en daardoor niets winnenzei ik. »Ook mogelijk! Ook kunnen zij opvolgende nummers trekken, zoodat zij tegen elkander moeten loopen. Daar is vooruit niets van te zeggenzei Huib de Leeuw.

In elk geval had hij de voldoening, dat niemand hem vinden kon, al liepen zij ook vlak langs hem heen. Dat amuseerde hem buitengewoon. Eindelijk werd hij gevonden door Karel Holm, die stellig niet minder moed bezat dan Bob. Toen deze hem overal gezocht en nergens gevonden had, zei hij tot de andere jongens: »Wil ik jelui eens wat zeggen?

Waarin Bob eene uitnoodiging ontvangt van den Heer Denappel, zijne stelten terug wil hebben en van den regen in den drop komt. De krijgslist van Karel Holm en mij. Bob keerde dus langs den achterweg naar huis terug, wat voor hem slechts een omweg was van ongeveer tien minuten.

Maar Bob bleef nog staan. »Toe Dorus, wees nu niet zoo flauw en ga meê. Dan zal ik je vanmiddag wel aan je kaartje helpen.» »Neen, ik doe het niet; ga dus maar gerust heen. En als je +niet+ gaat, schuif ik het raam dicht. Ga naar Karel Holm; die zal met zijn werk wel niet zooveel haast maken.» »Karel is niet thuis. Hij is naar Haarlem en komt eerst om twee uur terug.

Met een luid hoera werden wij bij onze komst begroet, en dat wij dadelijk begonnen te vertellen, wat wij beleefd hadden, spreekt van zelf. Wat hadden de andere jongens er een pret in. »Zeg Bob, je hadt dien boezelaar en die muts moeten houdenzei Tines Wobbe, »dan hadden wij er nu nog eens lekker pret mede gemaakt.» »'t Was al mooi genoegzei Karel Holm. »Mina was nu al genoeg geplaagd

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek