Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Je kunt er toch niet uit. Ha-ha-ha! Dat is grappig! Wacht, m'n beste jongen, ik kom bij je; dan zal ik je aan den anderen kant wel helpen. Hier heb ik meteen een bed voor je. Ha-ha-ha!" De veldwachter nam het stroo weer op, ontsloot de deur en trad het hok binnen. Nauwelijks was hij daar, of Jan Vos sprong voor den dag, en zei: "Kom Piet, we moeten Dik niet aan zijn lot overlaten.
Laat ieder eens eerlijk zijn eigen leven nagaan. Dan zal hij zien, hoe hij door dat leven een of ook eenige gebreken meedraagt, inwonende neigingen, die als erfhonden rustig in hun hok blijven liggen zoolang er niemand vreemds op 't erf komt, maar aanstonds opschrikken en opspringen als ze naderende voetstappen hooren. Geen goed beginsel is zoo waaksch als deze booze begeerten.
Als hij bij Bavink op 't hok kwam en Bavink legde zijn sigaren op tafel, dan liet i zich op zijn stoel vallen, hield zijn jas aan en zijn hoed op, nam moeizaam een sigaar, beet er langzaam het puntje af en had moeite om de lucifers te vinden, knoeide met aansteken, rookte langzaam en zelden meer dan één sigaar op een avond.
De klerk in het hok applaudisseerde onwillekeurig; en zich onmiddellijk daarop bewust wordend van de ongepastheid hiervan, pookte hij in het vuur en doofde het laatste zwakke vonkje voor altijd uit. "Laat ik joù nog es hooren," zeide Scrooge, "en jij zult je Kerstmis vieren met het verlies van je betrekking.
Zij schikken zich zeer goed in het leven in de kooi en eten dadelijk, wat hun hier voorgezet wordt. Twee mannetjes zullen echter, zelfs wanneer zij in een doek of net uren ver gedragen zijn, zoodra zij in een hok geplaatst worden, nog eerder aan 't vechten gaan dan aan 't eten.
Kijk Asschepoes eens en de haan. En Snoetie en Toetie!" Voorzichtig stapte hij 't hok binnen, wel een klein beetje bang, toen eenige kippen begonnen te fladderen. Maar dat wilde hij voor Hans en Fritsje niet weten en liep daarom moedig verder.
Door het rumoer ontwaakte de Cid; hij stond op, liep rustig op den leeuw toe, legde zijn vaste hand op den ruigen kop, en bracht het trotsche dier naar zijn hok terug. De leeuw verzette zich niet; klaarblijkelijk voelde hij in den Campeador zijn meester.
Toen ging de visite naar huis en broer en zus moesten naar bed. "Mag ik Désiré nog even goeden nacht zeggen," vroeg Tony. "Nu van avond dan," zei moeder. "Hè lekker, toe zus ga je mee!" Samen vlogen ze naar het hok. Tony pakte zijn rechter poot. "Nacht hoor, droom je eens van me!" Of de hond het deed? Maar Tony wel van hem. Den halven nacht reed hij op den rug van Désiré de geheele wereld door.
Bij ons zijn zij meestal zeer prikkelbaar; zoodra men ze aanraakt, knorren zij als kwaadaardige Honden; hunne groene, glinsterende oogen schitteren dan vurig en valsch. Als zij met andere dieren van hun soort in één hok zijn opgesloten, houden zij geen vrede.
Toen de ganzen over dat groote buiten vlogen in den vroegen morgen, was er nog geen mensch op. Toen ze daar zeker van waren, daalden ze tot dicht bij het hondenhok en riepen. "Wat is dat hier voor een klein hutje? Wat is dat hier voor een klein hutje?" Dadelijk kwam de hond uit het hok, woedend, razend, en schold ze uit. "Noem jelui dat een hutje? Jelui schooiers!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek