Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


"Ja, maar nog noodiger reken ik, dat gij van al de gerechten, die hier op tafel staan, geen brok aanroert, heer stadhouder," zeide de hofmeester. "Gij maakt u zeker al te bezorgd, heer," bromde Sancho Panza; "maar toch wil ik uw raad opvolgen en niets gebruiken, dan een paar wijndruiven en een stuk brood.

Hoeveel reden ik ook had, om den hofmeester te verdenken, ik was toch niet altijd geheel vrij van de gedachte, dat misschien de bewaakster mij bestolen had. Maar dat bleef voor mij dezelfde zaak. Ik zei er niets van tegen de oude en zond haar drie dagen later, na haar betaald te hebben, weg.

"Maar er was niemand, die het paard kon koopen. "Doch het was een zeer schoon paard en een jonge heer in Palermo, de hertog Montefiascone, was opgetogen daarover. "Er bestaat voor mij geen vreugde op deze aarde meer indien ik dit paard niet kan koopen," zei hij tot zijn hofmeester. "Signor duca," antwoordde de hofmeester, "ik kan u zeggen, waar gij een gouden munt kunt vinden.

Denzelfden dag diende de hofmeester mij aan het diner eenige plakken van het vleesch van den dugong voor, dat door den kok zeer lekker was gereed gemaakt. Ik vond het uitmuntend en beter dan kalfs- zelfs rundvleesch.

Het was in dat huis gewoonte, dat men nooit aan tafel wijn of brood of iets anders te eten of te drinken opdroeg, voor de abt zich aan den disch had neergezet. Toen de hofmeester de tafel gedekt had, liet hij den abt zeggen, dat, wanneer het hem behaagde, het middagmaal gereed stond.

Terwijl hij op dat alles lette, beval de hofmeester van den abt water aan te reiken voor de handen, omdat het etenstijd was. Hierna ging iedereen aan tafel. Toevallig werd Primasseau juist tegenover de deur geplaatst, waar de abt moest doorgaan om in de eetzaal te komen.

Zij vertelde ons vele bijzonderheden aangaande haar schoonbroeder, den hofmeester, en sprak eveneens over haar vroegere bewoners, de studenten in de geneeskunde, van wier doen en laten zij een lang verhaal opdischte. Holmes luisterde aandachtig, er nu en dan een vraag tusschen werpende: "Het verwondert mij, daar uw zuster Sarah ook nog ongetrouwd is, dat gij beiden niet samenwoont."

Spoedig krioelde het op het dek van allerlei bruine kerels, die op de wijze hunner vroede voorvaderen de boot geënterd hadden en aan boord geklauterd waren. Kortom echt zeerooversgespuis, hetwelk den passagiers zijn diensten als pakjesdragers en gidsen aanbood. Met Argusoogen werd de longroom èn de bagage door den hofmeester en de bedienden bewaakt.

Passepartout las de lijst door.... De naam van zijn meester was er niet op te vinden. Eensklaps ging hem een licht op. "Zeg eens," vroeg hij, "ben ik wel op de Carnatic?" "Ja," antwoordde de hofmeester. "Die naar Yokohama gaat!" "Juist." Een oogenblik had Passepartout gevreesd op het verkeerde schip te zijn. Maar, zoo hij op de Carnatic was, dan was het zeker dat zijn meester er niet op was.

Zoodra de kapitein hem in het oog kreeg, vroeg hij hem vriendelijk hoe 't met hem ging; ook de eerste luitenant lachtte hem vertrouwelijk toe en verscheidene officieren, zoowel als zijn baksmaats wenschten hem geluk met zijn herstel. De hofmeester kwam naar hem toe, en sloeg aan en noodigde hem uit tot het middagmaal in de hut.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek