Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


De abt hernam: Als hij zijn brood nu eet, zal hij van het onze niets krijgen. De abt had gewild, dat Primasseau van zelf zou zijn weggegaan, maar wilde hem er niet uit laten gooien, Primasseau had al één brood gegeten, maar de abt kwam nog niet. Daarop begon hij het tweede te eten; dat werd ook aan den abt verteld, die weer had laten kijken of hij vertrokken was.

Toen Primasseau dat vernam, maakte hij plan, daar hij een man was, die gaarne menschen en edellieden van beteekenis zag, om de weelde van dien abt in oogenschouw te nemen en vroeg hoe ver hij van Parijs woonde. Men antwoordde hem hierop een mijl of zes vandaar op zijn landgoed. Primasseau meende er te kunnen zijn op het etensuur, als hij 's ochtends vroeg wegging.

Hij lijkt mij een bandiet, maar het moet een man van gewicht zijn, waar het mogelijk is, dat mijn geest zich zóó verzet hem aldus te ontvangen. Na deze gedachte wilde hij weten wie die man was en hoorde, dat hij Primasseau heette, daar gekomen om zijn weelde te zien, waarvan hij had vernomen.

De abt, die hem al lang als een begaafd man had hooren noemen, schaamde zich en verlangend alles goed te maken, deed zijn best hem op allerlei wijze te onthalen. Na hem te laten eten, deed hij, gelijk het voor Primasseau behoorde, hem voornaam kleeden en na hem geld en paarden te hebben gegeven, kon hij gaan en staan, waar hij wilde.

Primasseau hierover tevreden, dankte hem zooveel hij kon en keerde te paard naar Parijs terug, waaruit hij te voet was vertrokken."

Met die grap waren hij en de andere schelmen zóó geraakt, dat hij in zijn kwade bui hem beval weg te gaan en niet meer terug te komen. Zevende Vertelling. Bergamino straft op een bedekte manier met een verhaal van Primasseau en den abt de Cligny een plotse aanval van gierigheid van monseigneur Cane della Scala.

Daar de abt maar niet kwam, begon Primasseau het derde brood te eten, wat ook aan den priester werd gemeld, die bij zich zelf begon te denken en te zeggen: Kijk, wat voor nieuwen inval heb ik gekregen? Wat een gierigheid! Wat een onwil! En om wien!

Je ziet er zoo kwaad uit; zeg mij het eens?" Daarop vertelde Bergamino zonder een oogenblik zich te bedenken, alsof hij echter lang had gepeinsd, naar aanleiding van zijn eigen geval, deze historie: "Gij moet weten, mijnheer, dat Primasseau een man was zeer bedreven in het Latijn en bovendien een zeer groot en vaardig dichter, wat hem zoo geëerd en beroemd maakte, dat, waar nog niet iedereen hem op het gezicht kende, door naam en faam elkeen toch wist wie Primasseau was.

Hij zei bij zich zelf: Kijk, wat voor lui, wien ik geef van het mijne! Hij keerde weer terug, beval, dat de kamer gesloten zou worden en vroeg aan hen, die bij hem waren of iemand dien vagebond kende, welke tegenover den uitgang van de kamer aan tafel zat. Iedereen antwoordde van neen. Primasseau had eetlust als iemand, die geloopen heeft en die niet gewoon was te vasten.

Terwijl hij op dat alles lette, beval de hofmeester van den abt water aan te reiken voor de handen, omdat het etenstijd was. Hierna ging iedereen aan tafel. Toevallig werd Primasseau juist tegenover de deur geplaatst, waar de abt moest doorgaan om in de eetzaal te komen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek