Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
»Wat wil je van me?" hijgde hij. »Ik wil dat je mij woord houdt. =Hildegarde=! zeg ik. Ga met mij mee, Justus!" Hij keek haar aan alsof hij haar niet begreep. »Ik kan niet!" sprak hij: »Laat me aan mijn lot over!" »Est-ce que ça va durer? Viens-tu?" riep de Fransche vrouw. »Justus!" hernam Marieken: »Ga met mij mee! Gedenk je eed! Gedenk al wat je eenmaal lief en heilig was.
Professor Lidenbrock had hun stand snel onderzocht, hij hijgde, liep van den een naar den anderen, gebaren makende en allerlei onverstaanbare woorden uitende. Hans en zijne makkers, op brokken lava zittende, zagen het aan en hielden hem zeker voor een gek. Eensklaps schreeuwde mijn oom luidkeels; ik dacht, dat de grond onder hem wegzonk en hij in een der drie afgronden viel. Maar neen.
In het besef van het gevaar strekte Ravenski de hand uit naar een bel, die op tafel stond. Maar Zabern was hem voor. "Geen geluid! of ik schiet je neer!" "Wat wilt ge van me?!" "Je leven!" Ravenski begreep dat Zabern tot geen ander doel gekomen kon zijn; toch gingen deze beide woorden hem als met een schok door het lichaam. "Ge wilt me dus vermoorden!" hijgde hij. "Noem het vermoorden.
Heur adem hijgde benauwd in hare keel, zij snakte naar lucht, wilde het venster openrukken, daar zij er dichter bij was dan bij de deur ...
Hij moest weg, van haar weg!... Er was haast bij!... Want anders!... Hij was maar een mensch en hij brandde van binnen en kon soms niet denken.... Wanneer hij haar naderde in zijn verbeelding, tot zeer dichtbij, tot warm dichtbij..., dan golfde zijn bloed naar boven en bonsde verdoovend, dan hijgde er in hem maar één dronken verlangen.... Hij moest weg, ver weg, en gauw!... Zij was niet voor hem, zij ging hem niets aan, Louis zou aanstaanden Dinsdag ... nacht....
De geneesheer stuitte het bloed der Jonkvrouw niet, dan nadat haar de krachten begaven. Zij hijgde enige malen met geweld en verviel in een stuiptrekkende hartvang. Dan werd haar de arm verbonden, en zij scheen te slapen. "Mijnheer," sprak de geneesheer, zich tot Robrecht kerende, "ik verzeker u dat de Jonkvrouw geen gevaar loopt. De rust zal haar de geest herstellen."
Ik had ineens, door mijn smorende liefde overweldigd, tè veel gegeven; ik had meer gegeven dan ik werkelijk kon en ik hijgde en duizelde van de inspanning.
Allen volgden hem. Toen de groote poort van het gevangenhuis voor hen werd geopend, sprong Jan Verhelst er uit. Omringd van zijn juichend huisgezin, hijgde hij eenige malen bij machtige teugen, als wilde hij zijne borst met de zoete lucht der vrijheid opvullen. Dan hief hij de armen en oogen ten hemel, mompelde eene bede, liep vooruit en riep: "Vrij, ik ben vrij! hoera! hoera!" "Hoera, hoera!
Ik maakte een wanhopig gebaar, den mond vol, niet kunnende spreken. Hij ziet er aller-griezeligst uit, meende mijn tweede dame, met gedégouteerd gezicht de trompet bekijkend. Ik hoofdknikte, steeds zwijgend, met smeekende oogen. Was het een vieze man? vroeg mijn derde dame. Nee, gelukkig heel frisch, hijgde ik: keurig gladgeschoren en zijn haar gemillimeterd.
"Dat moest er nog maar bij komen ..." hijgde Pescadospunt schier wanhopig. "Wat?" "Dat de andere ons ook ontsnapte! Dat zou iets moois voor ons zijn! Wat zou Dokter Antekirrt wel zeggen?" "Dat kan niet." "Gelukkig ook. Die Toronthal zal weldra onze krijgsgevangene zijn!... Opgepast, Kaap!" "Dat meen ik ook. Wees intusschen gerust, ik zal oppassen, Pescadospunt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek