United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ook Betsy werd weldra teruggeleid door Hijdrecht, die zij hartelijk lachend de hand drukte. Het was reeds laat; tal van menschen waren reeds vóor het laatste nummer vertrokken, en nu het concert uit was; vloeide de menigte langzaam door de Kurzaal weg.

Kijk, wat loopen Erlevoort en Eline daar zalig met elkaâr! perdus dans le même rêve.... bepaald, ze zien ons alweêr niet! riep Léonie bijna met dépit uit, terwijl zij met Hijdrecht hun op een afstand voorbij ging. Eline en Otto hoorden eensklaps hun namen zacht uitspreken. Zij zochten even en zagen aan een tafeltje mevrouw Verstraeten met Marie, Lili en Frédérique zitten.

Zij wist het niet, maar het was zoo en zij kon er niets aan veranderen... Zij knikte hem even vriendelijk toe en reikte hem hare hand... zij moest zoo huichelen en terwijl zij Otto's hand vasthield praatte zij met Hijdrecht door over de nieuwe chanteuse-légère van de opera... Aanzien kon zij Otto niet, maar wel hem zoo vasthouden, al pratend... Zij hoorde nauwelijks wat Hijdrecht antwoordde: zij vloeide bijna over van onpeilbaar medelijden... daar stond hij, Otto, naast haar, daar hield zij zijne hand in de hare, daar voelde zij zijn zachten vriendelijken blik op haar rusten, zijn adem bijna heur haar beroeren, terwijl hij leunde op den rug van haar causeuse.

Hij had den naam gezegd van haar, die zijne maîtresse werd genoemd. Toen was het Cecile alsof het gebroken was, dat teedere, dat broze, die zeepbel. Ze dacht of hij wellicht tegen die vrouw met het donkere haar ook gesproken had over cirkels van sympathie. Zoodra zij kon, nam Cecile mevrouw Hijdrecht op. Zij had een warm teint van mat goud, donkere brandende oogen, een mond als van frisch bloed.

Maar nu zij Eline nooit zag dan òf dof en teruggetrokken, met iets wezenloos' over haar bleek gelaat, òf driftig en schreeuwend; nu Eline niet uitging en eens, toen zij niemand anders ten eten gevraagd had, dan mevrouw Eekhof met Ange en Léonie, Marguérite Van Laren met haar aanstaande en den jongen Hijdrecht, zelfs hoofdpijn had voorgewend en op hare kamer was gebleven, werd Betsy wrevelig en alles aan Eline begon haar te ergeren.

Maar aan de andere zijde der tafel ontvonkte een luidruchtige scherts tusschen Emilie en Françoise, die Paul, tusschen haar beiden gezeten, om strijd bedienden. Het suisde Eline een weinig in het hoofd, de scherts daar ginds, de eindelooze verhalen van Hijdrecht, die zich door niets van zijn stuk liet brengen en het verwarde gegons der anderen.

Suzette merkte niets van haar malaise. De heeren kwamen weêr binnen. Cecile lette op of Quaerts mevrouw Hijdrecht zoû aanspreken. Maar hij nieerde haar geheel en zelfs, toen hij Suzette naast Cecile zag, wendde hij zich tot haarbeiden, om met Suzette, wie hij nog niet gesproken had, te schertsen. En het was Cecile een verlichting, toen zij kon vertrekken.

Zij wist niet wat het haar schelen kon, maar ze vroeg aan Quaerts: Wie is toch die dame, daar, in het lichtblauw, met dat donkere haar? En zij zag, dat hij schrikte. Dat is de jonge mevrouw Hijdrecht! sprak hij toen, rustig, een beetje hoog. Ook zij ontstelde nu; zij werd bleek, hare vingers sloegen zenuwachtig den waaier op en neêr.

Toen Eline bij de Hovels binnenkwam de Van Raats kwamen het laatst, meende zij, dat iedereen haar opnam met een soort van nieuwsgierigheid en zij gevoelde voor het eerst van heur leven eenige verlegenheid in het gezelschap dier menschen, welke zij toch allen intiem kende. Er waren niemand anders dan Emilie en Georges De Woude, Frangoise Oudendijk, Hijdrecht en Paul.

Hij zal je toch niet opeten! Allons Toos, ga meê, ik wil het hebben! Hij troonde haar naar Hijdrecht en hij dwong haar den volgenden Scottisch terug te vragen. Cateau werd boos op zichzelve, dat zij zoo had toegestemd, maar het was onmogelijk Paul iets te weigeren. Tot straks dus en niet meer boos zijn, mijn Toosje-lief! murmelde hij verliefd.