Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Wij zagen toen zulk een geduchte hagelbui, als we er ons moeilijk een konden voorstellen; in een oogenblik lag er een witte laag over de straat alsof we midden in den winter waren; de hagelsteenen waren zoo groot als duiveneieren en terwijl zij vielen, maakten zij een dof geraas, dat van tijd tot tijd door het rinkelen van glazen afgewisseld werd. Hoe jammer van onze pannen, zeide Martha.
Schitterende bliksemstralen vermengen zich met de donderslagen; tallooze weerlichten kruisen elkander te midden van de losbarstingen; de dampenmassa wordt witgloeiend, de hagelsteenen, die het metaal onzer gereedschappen en wapenen treffen, worden lichtgevend; de hooge golven schijnen zoovele vuurspuwende heuvelen te zijn, waaronder een inwendig vuur blaakt en waarvan iedere top een vederbos van vlammen draagt.
In dien tusschentijd viel er plotseling zulk een hevige hagelbui, dat ik onmiddellijk tegen den grond werd geslagen, en toen ik lag, troffen mij de hagelsteenen zoo vreeselijk over mijn heele lichaam, dat het wel leek of ik met kaats-ballen gegooid werd; het lukte mij evenwel op handen en voeten kruipende, mij voorover op mijn gezicht liggende, te bergen aan den windvrijen kant van een komkommerbed; maar zoo van hoofd tot voeten gekneusd, dat ik in geen tien dagen uit kon gaan.
Ik kan de jongens in elkaar buigen, zeg ik u, en dan stop ik ze in den zak; daar maken wij geen komplimenten mee! Daar zitten ze dan en mogen er niet uit, voordat ik het hun toesta. Maar daar hebben we een van hen.» Het was de noordenwind, die met een ijzige koude binnentrad; groote hagelsteenen kletterden op den grond neer, en sneeuwvlokken dwarrelden in de rondte.
Nu en dan verlichtte een kronkelende bliksemflits het landschap en toonde aan de bevende toeschouwers, hoe de zware hagelsteenen als een vernieling brengende regen op veld en akker neervielen. In wanhoop wrong Laudine hare handen en vertwijfeld vroeg zij zich af, wat er straks geschieden zou, wanneer de vreemde ridder niemand vond om hem voor zijn onheilsdaad te straffen.
In den jaare 516 is geheel Friesland byna door de zee onder geloopen, waar door meer dan 6000 menschen en veel vee is verdronken. In den jaare 517 zyn in Friesland ongemeene groote hagelsteenen gevallen, waar van zommige een halve voet breed en een heele voet lang waren, voortgedreven door een zwaaren wind.
Maar het spichtigst-van-aanslag, ratelend, kletterend als 'n zweep die krinkelt en met knallen ontstrekt, hamerden de hagelsteenen op het dek van den hollen, vierkanten, zwarten lijkwagen, die langzaam bewoog, verlaten ding in het witte geraas van de straat.
De duisternis bedekte het aardrijk, bij wijlen vervangen door de schrikverwekkende verlichting van het weêrlicht: groote plassen, waarin de nederstortende regen blinkende waterbellen vormde, en witte hoopen hagelsteenen vulden in een oogenblik de rijsporen en andere oneffenheden van den weg, en maakten mij het voortgaan hoe langer hoe moeilijker.
De zon werd met een dicht floers overtrokken, zware wolken pakten zich samen aan den hemel, en ontlastten zich weldra in een vreeselijk onweder. Aan alle kanten zag ik den bliksem flitsen en het doffe gerommel van den donder vervulde de lucht. Daarbij viel er een zware regen van hagelsteenen, zoo groot als duiveneieren, op mij neer.
Het wijf meende te bezwijken, want zie, een pand van die livrei-jas hing als een flard naar beneden. Bus wreef aan z'n langen neus; de hagelsteenen hadden hem ouwerwets geraakt; 't water droop hem van 't lijf, en hij rilde van kou. Toen hij nu dat lachen hoorde, en zag dat het wijf naar het pand van zijn jas wees, keek hij over den schouder naar beneden en nam het afhangende flard onder den arm.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek