Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Ik zal toonen dat de oude Hacket nog Kerlenbloed in de aderen heeft!" De proost scheen een weinig gerustgesteld door de moedige woorden zijns broeders. "Is Burchard nog verbitterd tegen mij?" vroeg hij. "Neen, het is gedaan.
Van de vijfhonderd Kerels en poorters die met hen de verdediging van den burg hadden begonnen, leefden er nog zeventig! De kastelein Hacket was zeer bleek ten gevolge van het bloed dat hij had verloren, en scheen afgemat en mismoedig.
Hacket verliet de kamer en stapte door de duisternis naar den overkant van het plein, waar, tegen het Gyselhuis, een dof gerucht van verwarde stemmen ruischte. Hij vond Robrecht sprekende met zijnen vriend Yorg Koevoet, en deelde hem het dringend verzoek van den proost mede. De jonge ridder antwoordde hem met ontevredenheid: "Ja, ik weet wat mijn oom mij zal zeggen.
Nauwelijks waart gij vertrokken, Dakerlia, of mijn broeder werd dus droefgeestig en zwijgend; nu, sedert eenige dagen is zijn verdriet nog aangegroeid. De reden daarvan meen ik te kunnen raden. Verbeeld u, Dakerlia, dat onze oom, de proost van St-Donaas, en Hacket, de kastelein, zich in het hoofd gestoken hebben mijnen broeder met Placida Van Woumen te doen trouwen...."
Hacket, de kastelein, stelde eenige geringe wachten boven de muren, en gaf den overigen mannen oorlof te gaan rusten in de kloostergebouwen en in de Love, waar men groote vuren had ontstoken, aangezien er een koude gure wind was ontstaan.
In alle geval, de Hoop te Veurne zal over de zaak beraadslagen; en wij allen, onzen Gilden-eed getrouw, zullen ons aan zijne beslissing onderwerpen. Laat ons nu naar de proostdij gaan, Hacket; de tijd is ons kostelijk; wij moeten met spoed onze voorzorgen nemen om, tot de beslissing van den Hoop, alle beroerte in de Ambachten te beletten."
"Wij hebben brief op brief en bode op bode tot Willem Van Loo gezonden; wij hebben hem gesmeekt zich aan ons hoofd te komen stellen; hem verzekerende dat de poorterij hem hier als graaf van Vlaanderen zou uitroepen. Geen antwoord, geen het minste bericht van hem!" "Maar de tijd was kort." "Indien Willem Van Loo ons ging verraden, Hacket?" "Ons verraden? Hoe meent gij het?"
"Eilaas!" zuchtte Dakerlia, de handen klagende opheffende, "de Isegrims, over de bloedige storing der lijkplecht verbitterd, komen zich wreken." "Die wanordelijke volkshoop?" vroeg Robrecht verwonderd. "Akelig, akelig! Zij zullen hier, onder onze oogen, iemand martelen!" "Wie zou het zijn, meent gij?" "Gave God, Robrecht, dat mijne vrees ongegrond ware. Arme Hacket!"
Velen der omstaande Kerels hadden insgelijks hunne zwaarden getrokken en betuigden dat zij hunnen makker zouden verdedigen, indien iemand hem geweld aandeed. Hacket, de kastelein van Brugge, die nu kwam toegeloopen, herkende den woedenden Kerel en zeide hem op spijtigen toon: "Eilaas, Arnulf, wat hebt gij gedaan?"
Hij vernam het van onzen oom, den kastelein Hacket, die u in eenen wagen de Ezelpoort zag binnenrijden. Ik ben vandaag met de zon opgestaan en heb lang uitgezien of gij niet kwaamt. De vermoeidheid, niet waar? Gij hebt wat laat geslapen?" "Maar neen, gij misgrijpt u", antwoordde Dakerlia, hare vriendin de hand nemende. "Kom, laat ons zitten en kouten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek