Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Karr hoorde al gauw, wat er gaande was, en liep naar den eland om hem te vertellen, dat de bedoeling was hem weg te zenden. De hond was in den grootsten angst, dat hij hem zou moeten missen. Maar de eland nam de zaak kalm op, en scheen er niet blij en niet bedroefd om te wezen. "Ben je van plan om je zonder verzet te laten wegbrengen?" vroeg Karr.

Michow zegt n.l.: "In Litauen en Moskovië leeft een dier, dat zeer vraatzuchtig is en Rosomaka heet. Het is zoo groot als een Hond, heeft oogen als een Kat, zeer sterke klauwen, een langharigen, bruinen romp en een staart als de Vos, hoewel korter.

Ik heb dien hond wel twintigmaal weggejaagd, maar hij komt ~altoos~ weer terug. Ik zal u ~altijd~ dankbaar blijven. Bovendien begint altoos meer en meer uit de schrijftaal te verdwijnen; zelfs in de spreektaal komt het niet meer zoo vaak voor. Evenals ~altijd~ ziet ook ~steeds~ op een onafgebroken voortduring zoowel in 't verleden als in de toekomst.

Op het raamkozijn wrong de vurig ontloken kroon van een fel fonkelende geranium, zich tegen de ruiten op naar het licht. Bij de voordeur, die half aanstond, zaten aan weerskanten van een groene regenton met breede, geelgeverfde hoepels, een groote, zwarte hond en een kleine grijze kat.

Toen nu de hond door het bosch gebracht werd, dacht hij er aan, hoe hij de schrik was geweest van alle kleine dieren, die daar woonden. "Wat zouden ze allemaal blij zijn, zij daar in het kreupelhout, als ze wisten wat me wachtte," dacht hij. En hij kwispelde met den staart, en blafte blij, opdat ze toch niet zouden denken, dat hij bang of gedrukt was.

Op hem volgde de landeigenaar, die aan het beploegen en bezaaien van den grond, maar ook aan het jachtvermaak dacht; mijnheer October had een hond en een geweer bij zich en noten in zijn weitasch. Hij had veel bagage bij zich, zelfs een Engelschen ploeg, hij sprak over landhuishoudkunde, maar door het hoesten van zijn buurman hoorde men daar niet veel van.

"Gister-middag. Hij speelde in den tuin. Toen-ie me zag, sprong-ie tegen me op." "Was hij kwaad?" "Nee. Uitgelaten. Ik had er eerst niet op gelet. Toen ik begon te schrijven, zag ik eene kleine schram aan mijn hand. 't Beest is nog jong. Hij heeft me dikwijls met zijn scherpe tanden de huid geschaafd." "'t Ziet er leelijk uit." "Zou hij hondsdolheid"... "Wel nee!... Waar is de hond?"

De Koningin doet roeren in 't land de landstormtrom, en duizend jonge krijgers verschijnen van alom... Vaarwel, mijn dier'bre boeken, mijn kamers en mijn hond, mijn vrienden en vriendinnen... Ik staar nog ééns in 't rond, en streel mijn armen Setter, en 't liefelijk whisky-stel... Ge zult mij niet vergeten of hoonen, is het wel?

Maar de vogel, wien die muziek op den duur verveelde, gaf eensklaps eenen slag met zijn bek in den rug van den hond, die jankend en jammerend wegvluchtte. Klaas lachte, Nele insgelijks en Soetkin keek gedurig naar de straat of Uilenspiegel niet afkwam. Eensklaps sprak zij: Daar is de provoost met vier sergeanten. 't Is toch zeker niet voor ons. Twee van de mannen loopen de hut om.

«Wat is datriep de soldaat uit. «Dat is wel een aardige tondeldoos, als ik zoo maar kan krijgen, wat ik hebben wil! Bezorg mij wat geldzei hij tegen den hond, en in een wip was de hond weg en in een wip terug, en hield een grooten zak met geld in den bek. Nu wist de soldaat, wat een heerlijke tondeldoos dit was!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek