Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch, door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen.
Haar oom was gewoon buitenlanders van allen rang en stand aan zijn huis te ontvangen, die met aanbevelings- of credietbrieven tot hem kwamen; waarom zou er niet meer dan één schilder van naam te 's Hage kunnen zijn, en naar Amsterdam komen, waar in 't begin van September eene tentoonstelling van schilderijen zou gehouden worden?
"Bij Johannes Uitenbogaerdt heb ick gewoont eenighe jaren noch seer jongh zijnde, door de goede zorghe, die mijn ouders droegen ten einde ick in de vreze Gods zoude opwassen: Waarom zij mij tot Leijden bij Franciscum Junius ende in den Hage bij den Voorz. Uitenbogaerdt hebben besteld." Bij Junius woonde Grotius met Scriverius, Baudius en Daniël Heinsius.
Tijdens de onderhandelingen, die met den meesten spoed plaats moeten hebben, zullen de vrouwen in een passantenhuis of in een huis van bewaring worden opgenomen. Art. 7 handelt over de bekrachtiging en de spoedige uitwisseling der akten van bekrachtiging te 's Hage.
Mijn vader vervolgde: "In de schuiten van Haarlem niemand die suspect was dan alleen de knecht uit het groote koffiehuis in 's Hage die door zijn meester wegens diefstal verjaagd is. Met de schuiten van Muiden...." werd ik dubbel aandachtig: "Met de schuiten van Muiden: hm! hm! de Heer Ferdinand Huyck."
J. Dirks, Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Leeuwarden. J. Dirks, te Balk. J. J. Doesburg, Boekhandelaar te Groningen, 3 ex. De stad Dockum. Erven Doorman, Boekhandelaar te 's Hage. 3 ex. Mr. L. Dorhout, Plaatsverv. Kantonregter en Lid van den Raad der stad Leeuwarden. g. p. M. R. Douma, Landbouwer te Ee.
Nu is 't al veerdig! meende zij en haastig bracht ze 't koperwerk buiten en schuurde het met zand en zurkel en legde het, afgespoeld, blinkend lijk nieuw goud, te drogen op de hage. Jan mocht nu komen.
Ende alzoo door het schrijven zijn wij na den Hage gereist, en zijn aldaar bij den Prince gekomen, die ons zeer vriendelyk groette ende ons vraagde, of wij de luiden waren, die onder 't water konden gaan? waarop wij antwoordden: Ja mijn Genadigen Heer; waarop de Prince wederom zeide: Hoe zoude men dat konnen weten, of men zoude dat moeten zien? waarop wij wederom antwoordden en zeiden: Zo het mijn Heer morgen belieft te zien, wij willen 't alhier morgen in den Vijver wel doen; waarop de Prince wederom zeide: dat hij dat in den Vijver niet en begeerde; daar zouden wel duizent menschen bij komen; dat en zoude niet dienen.
Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom, en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk een geluk roemen konde. De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy wierd met alle krygsëer in den Hage begraven.
Wij betwijfelen het echter, dat zij in Friesland ooit, en veelminder destijds reeds, tweederden der landerijen zouden hebben bezeten, zoo als CERISIER, Tafereel der Nederl. Geschiedenis, Utrecht 1781, I 411 en Tegenwoordige Staat, I 477 melden. Zoo oordeelt MACAULAY, in zijne voortreffelijke Geschiedenis van Engeland, 's Hage 1850, I 9.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek