Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 november 2025
Grimwig hen op te wachten; hij kuste de jonge dame en de oude ook, toen zij uit de koets stapten, alsof hij de grootvader van de heele familie was en was geheel glimlachjes en vriendelijkheid en bood geen enkele maal aan, zijn hoofd op te eten, neen, geen enkele maal; niet eens toen hij het met een ouden postiljon aan den stok kreeg over den kortsten weg naar Londen, en volhield, dat hij dezen 't best wist, ofschoon hij maar eens dien weg langs gekomen was en dan nog wel vast in slaap.
»Ik ben maar één en zestig,« zei de heer Grimwig met hetzelfde onbewegelijke gezicht. »En de drommel mag me halen als die Oliver niet minstens twaalf jaar oud is, dus ik zie 't nut van deze opmerking niet in.« »Let maar niet op mijn vriend, Miss Maylie,« zei de heer Brownlow, »hij meent niet wat hij zegt.« »Dat doet hij wel,« gromde Mr. Grimwig. »Dat doet hij niet,« zei Mr.
Met dit milde aanbod ondersteunde en bekrachtigde de heer Grimwig bijna elke bewering die hij uitsprak, en dit was te zonderlinger in zijn geval, omdat zelfs, wanneer wij de mogelijkheid toegeven, dat de menschelijke wetenschap het ooit zoo ver zal brengen, iemand in staat te stellen, wanneer hij er lust in heeft, zijn eigen hoofd op te eten het hoofd van den heer Grimwig zoo buitengewoon groot was, dat de vraatzuchtigste man ter wereld nauwelijks zou durven hopen, het in één keer naar binnen te werken gezwegen nog van de dikke poederlaag.
Toen ging hij zitten, met zijn stok nog in de hand, sloeg een lorgnon open, dat hij aan een breed zwart lint om den hals droeg en begon Oliver op te nemen; de jongen, die merkte dat hij het voorwerp van onderzoek was, kleurde en boog opnieuw. »Dus dat is de jongen?« vroeg de heer Grimwig eindelijk. »Dat is de jongen,« antwoordde de heer Brownlow. »Hoe gaat 't?« vroeg de heer Grimwig.
»Dat is mijn naam,« zei de oude heer. »Dit is mijn vriend, mijnheer Grimwig. Grimwig, wil je ons een paar minuten alleen laten?« »Ik geloof«, viel Miss Maylie in, »dat mijnheer Grimwig bij dit deel van ons onderhoud niet de moeite behoeft te nemen, heen te gaan. Naar ik gehoord heb, weet hij alles af van de kwestie, waarover ik u wensch te spreken.« Mr. Brownlow knikte. Mr.
Waarom heb je niet dadelijk naar mijn raad geluisterd; als hij maar geen koorts had gehad, zou je 't wel gedaan hebben, niet? Hij was interessant hè? Interessant! Bah!« En de heer Grimwig begon heftig in het vuur te poken.
»Neen,« antwoordde Mr. Bumble. »U hebt nooit een zeker gouden medaillon en ring gehad?« vroeg Mr. Brownlow. »Welzeker niet,« antwoordde de armmoeder. »Waarom worden wij hier gebracht om op zulke nonsens te antwoorden?« Weer gaf de heer Brownlow den heer Grimwig een wenk en weer hinkte de laatste met buitengewone bereidwilligheid de kamer uit.
We hebben juist een volledig relaas over hem gehoord van zijn geboorte af; hij is zijn leven lang een doortrapte kleine deugniet geweest.« »Ik zal 't nooit gelooven, mijnheer,« antwoordde de oude dame dapper. »Nooit!« »Jullie ouwe wijven gelooven nooit iets anders als kwakzalvers en boeken met leugen-verhalen,« snauwde de heer Grimwig. »Dat wist ik al lang.
De waarheid was, dat de heer Grimwig in 't diepst van zijn hart een sterke neiging voelde, te erkennen dat Oliver's uiterlijk en manieren bijzonder innemend waren, maar hij hield veel van tegenspreken, te meer nu hij een sinaasappelschil had gevonden; en in zichzelf besloten, dat niemand hem voor zou schrijven of een jongen er goed uitzag of niet, legde hij 't er van begin-af op toe, zijn vriend tegen te spreken.
Grimwig houdt vol, dat hij in de hoofdzaak toch gelijk had en merkt ten bewijze daarvan op, dat Oliver ten slotte niet terugkwam, waarop altijd een lach van zijn kant volgt, die hem in het beste humeur ter wereld brengt. Mr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek