Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Anderen dragen de lijken van hun kameraden, die in den korf gestorven zijn; en nu en dan worstelt er zich een door de menigte heen naar buiten, dragend hoog boven zich uit een vreemd en griezelig ding, een volkomen duplicaat van haarzelf, maar heelemaal wit behalve de zwarte kralenoogen. Dit is de ongeboren bij, in de cel bezweken.
... nu, dan zal ik, op God vertrouwend, in m'n eentje... maar griezelig is 't voor 'n vrouw alleen! Ze zag allen beurtelings aan, behalve juist den eenen tot wien ze sprak. Wouter moest zich vergeten voelen, over 't hoofd gezien, en daardoor geprikkeld tot den eisch om beschreven te worden onder de ridderschap van den huize. ... als dan hier niemand is, die durft... Ik durf, juffrouw!
En al meer en meer werd de heele natuur zóó vol ontzetting, dat de dapperste angstig werden. 't Roepen van trekvogels in nood had den heelen dag over zee geklonken, maar nu men niet meer kon zien wie 't waren, die zoo riepen, klonk het akelig en griezelig. Onder hen op zee bonsden de stukken drijfijs dreunend tegen elkaar. De zeehonden hieven hun woeste jachtliederen aan.
Een slang is nu eenmaal in onze oogen een eenigszins griezelig en verraderlijk dier, terwijl het geheel niet in de bedoeling des dichters ligt, daarin iets griezeligs te geven.
Bij tusschenpoozen roffelden de trommen en piepten klagelijk de pijpers. En dan zongen zij, met zware, logge stemmen, griezelig droef-klinkende liederen.
Ik wil den lezer waarschuwen, dat ik nu over griezelige dingen ga schrijven, dingen, die griezelig zijn als men er over leest, doch als men ze ziet, dan verdwijnt het afschuwelijke er van voor een groot deel.
Gij hebt het leven nooit griezelig gekend, Snepvangers... Voor de meesten is het altijd zoo... Kom... Ja de menschen loopen met een mombakkes en in een vastenavondkostuum... en hoe ouder zij worden hoe minder zij zeggen wat ze denken... Zij zaten weer aan de tafel en de scherpe haviksoogen van Peer loerden ver zijn stalen bril.
Ik zal 'n kermisbedje voor je maken, daar ... in dien hoek! Want, zieje, als ik alleen ben ik, als vrouw, weetje met al die dieven en moordenaars, dan wordt ik zoo... griezelig. Wouter durfde niet neen zeggen, en evenmin doen wat hem zoo streelend gelast werd... Hy weifelde... Zy hield aan... Hy begon... Men bedenke dat het kind beneveld was! O Fancy!
De heeren Bollekens zagen van op de straat ruwe kerels drank naar binnen hijschen, anderen vochten onder elkaar om het bemachtigen van eetwaren; en plotseling werd een volle ham naar buiten gegooid, waarop het gepeupel in wilde krioeling neerplofte en voor welks bezit het griezelig worstelde, als een bende wolven. Wat er van den baas geworden was, wist niemand.
»'t Was verschrikkelijk, daar in het bosch,» zeide hij zacht en met eene huivering, »en wat was het er donker, griezelig donker. En het spookt er ook, want telkens hoorde ik menschen, die mij op eene allerakeligste wijze uitlachten. O, als ik dat geluid weer hoorde, was het of ik door den grond heenging van schrik. Ik ga nooit, nooit weer met jelui mede, als je weer naar het bosch gaat.»
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek