Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Hij stiet een houten poort open, die langs posten en bovendorpel versierd was met prachtig snijwerk, lotusbloemen voorstellend en een geweldigen Vogel Grijp, en bracht mij binnen in een ruimte, waar alles één kleur leek de kleur van den grond-zelf. Een twintig huizen van grauwen, met grauwe klei bepleisterden, baksteen stonden hier bijeen in groepen, die door lage leemen muren gescheiden waren.

Ach, het verwondert ons niet, dat haar, de dochter der azuren, van goud en zonnevuur doortintelde Middellandsche-zee, in haar eenzame ballingschap, onder den grauwen noordschen hemel, in de troebele wateren van Purmer en Spaarne, de lust tot zingen was vergaan; maar dat ze zelfs niet sprak! Doch ook, wat een lot was het hare?

Zijne regelmatige trekken zweemen naar den zuiveren griekschen type; zijne zwarte krullende lokken omlijsten een bevallig gezicht, waaruit mij twee groote guitige oogen als starren tegenblikken; zijn oude versleten roode fez, die scherp tegen den grauwen leemen muur uitkomt, heeft onwillekeurig mijne aandacht getrokken.

Rondom dien duiker in de diepte, als rondom den grondslag van het langzaam opgroeiende werk, is een leger arbeiders doende. Er wordt beton gemaakt. Daar slaan dozijnen steenkloppers den harden grauwen kali-steen voor stuk. Tot heuvelhoogte al is de hoop steenslag gegroeid: de mannen zitten klein aan den voet van den blinkenden schervenberg.

De Sneffels is vijf duizend voet hoog; zijn dubbele kegel is het einde van eene rij trachiet, die zich losmaakt van het bergstelsel des eilands. Van ons punt van vertrek uit kon men zijne beide pieken zich niet zien afteekenen op den grauwen achtergrond des hemels. Ik bemerkte alleen eene verbazende sneeuwmuts op het voorhoofd van den reus.

En nu was het gevolg van zijn grauwen en jagen, dat we juist altijd naar zijn stoep toe gingen, en, ook zonder noodzaak voor ons spel, er over holden en onder de leuning doorgleden. De gouden stoep werd een apart spelletje. »Jongens, ga je mee naar de gouden stoep?" Aanstonds waren er een paar gereed. »Durf jij er op?" »Ik wel." »Pas op, daar staat die kerel." »Waar? Waar? Ik zie niks."

Ik zag op: de oude baljuw keek uit het bovenvenster naar den grauwen hemel; mijne moeder en de vrouw van den baljuw weenden; mamsel Westphalen ook; zij had Frits Sahlmann bij de hand gevat, en bij 't laatste ruischen der engelenvleugels, zeide zij: "Frits, mijn jongen, ga naar het slot en trek droog goed aan; Fieken zal je wel je zondagsche kleêren geven."

«Doodt mij maarzei het arme beest, boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan den dood. Maar wat zag het nu in het heldere water? Het zag daarin zijn eigen beeltenis, niet meer die van een loggen, grauwen, leelijken vogel, maar van een zwaan. Het doet er niet toe, door een eend uitgebroed te worden, als men maar uit een zwanenei gekomen is!

Johannes liep door, langs het bosch. Hij keek met matten, angstigen blik naar het eenzame paard en den grauwen regennevel en kreunde zacht. 'Nu is alles uit, dacht hij; 'nu zal de zon wel nooit meer terugkomen. Nu zal het altoos voor mij blijven zooals hier. Toch durfde hij in zijn wanhoop niet stilstaan, dan zou het vreeselijkste komen, dacht hij.

Ik denk, dat hij zich uit zijn jeugd ook herinnerde, hoe grauwen en dreigingen averechtsche gevolgen hadden. Maar hij rekende op iets. Hij rekende op dat »wonderlijke gevoel in menschenzielen, dat je een mengsel van dankbaarheid, grootmoedigheid en beschaming kunt noemen". En hij rekende niet te vergeefsch.

Woord Van De Dag

gepinte

Anderen Op Zoek