Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Mevrouw Wilder lei een bankbriefken van twintig frank op de tafel, zeggende dat Goedele er zorg moest van hebben en 't niet nutteloos verkwisten en 't maar geven aan Romaan ten uiterste, indien het waarachtig noodig was. 't Kan ook gebeuren dat het niet noodig en is. Ze verdween, bijna onhoorbaar tertend, en zonder ommezien.
Ze lag altemets stille te kouten met Goedele. Zie eens hoe de zonne ringskens teekent over de ruiten. Ja, ringskens. En hoe ze sterrekens puntelt in het stof, de ruimte langs.... Ja. Ze deed dan meteen een kwaad gebaar en riep: Wat een boel! De lucht is dikke van vuilnis.... Maar wie kuischt hier, wie moet hier het huis opruimen en zuiver houden?
Dan was 't een ander thema: ze wilde bovenal Goedele's geluk, ze dacht er altijd, altijd aan, en ze zou alles doen om dat geluk te verzekeren. Willen we verhuizen? Goedele hief onverschillig hare schouders op en zuchtte. Ursule drong aan: We zullen hier weggaan, we zullen een Engelsche villa betrekken, ievers in den omliggende, waar er bloemen zijn, buiten de wilde stad.
Tante kwam ook half zinneloos in de keuken binnengeloopen en hief hare armen omhooge. Ze stotterde: 't Is zonde! En ze deed teeken, achter Madeleen's rugge, dat Goedele zou gaan en helpen. Goedele ging. Ze voelde hare voeten, al gaande, niet slaan op den vloer, en 't was alsof hare beenen automatisch voorttorten. Haar lijf hing naar voren.
Goedele had geschrikt. Al was haar inzicht tegenwoordig toch met Vrebos te trouwen, ze wist niet dat de daad zoo dichte bij haar was, gereed om te gebeuren. Ze meende wel dat niets restte van haar vroeger leven en dat haar geweten bedaren zou in eene opoffering ... in dees huwelijk, dat elkendeens wensch omsloot. Ze meende 't zoo allemaal wel.
En in heur haar fluisterde hij zachte woorden. Ze was gestreeld erdoor en liet zich streelen, en zijn warme asem was een aangename jeukte over haar hoofd. Wat hebbe 'k gedacht aan u, mijn Goedele! Hij zocht naar lijze zinnen en wrocht ze zorgvuldig zaam in zijn geest tot een lange lispeling, een lispelende zoetigheid.
Maar die oogen staarden, halfbeloken, naar de granaatbloemen van het tapijt. 't Ware goed, als er iemand ging ... als gij gingt.... Ja ... ja ... 't En is niet verre, in 't lage van de stad.... Goedele vatte heure hand, toch rijzekens verschrikt dat die aldoor koud was gebleven.
Maar moeder bleef roerloos en liet hare blikken geleidelijk meewiegen, met de bijzing van haren voet, kalm verklarend onderwijl dat ze dat zoo maar vroeg.... Uit belang ... zekerlijk. Met een ruk, alsof ze peinsde een wrokkig woord neer te gooien, zei Goedele dat Wiezeken den dood nabij was. Ze werd rood en voelde eene dwaze verontweerdiging haar hoofd dol maken.
Ze wilde hem doen aarzelen, eene onzekerheid brengen in dezen hinderlijken geest. Maar Albien kende slechts éene waarheid, en die lag besloten in de wet van Ursule. Even ontwaarde hij in de woorden van Goedele een opstand tegen die wet.... Hij bleef verbijsterd zitten, niet goed begrijpende zoo'n daad, die, naar zijne meening, de menschelijkheid te boven ging.
Goedele rilde een luttel stondeken en werd seffens verlegen, en mevrouw Wilder ook en was op dat oogenblik van geen vasten wil. 't Was of zij meteen allebei begrepen, allebei tastten hoeverre zij van mekaar verwijderd waren, en dat zij wellicht nooit in zoete kommunie zouden bijeen komen om liefde te voelen, hun warm vleesch te samen, hun lauwen asem te samen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek