Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Schichtig keek hij om, zag ginder in 't verschiet over den weg iets zwarts aankomen, dat griezelig snel scheen te naderen. Wat és dat! riep 't Barontje tot zijn lakei, die naast hem zat.

Ginder, in de verte, heel aan het eind van den langen weg, ziet men verschillende achter elkaâr gelegen portieken, en reeksen van stoepen en trappen leiden naar den centralen koepel, waarheen de aandacht wordt getrokken door middel van al die andere monumenten, deel uitmakend van het reusachtige plan.

"Wat is dat, Elbert? verlaat gij ons weer?" vroeg Mom met bevreemding. "Ik moet wel," zeide Elbert: "ik gevoel weinig lust om door dat bezopen gespuis van ginder overhoop gestoken of in de gracht gesmeten te worden. Ik heb het ook fiks gezeid aan den Baron, dat ik het eeuwig verd...."

De koelies, Chineezen, Javanen, Arabieren, aan het lossen van alweer een ander schip, waren te zien als een bonte wemelende hoop, waar hier en ginder, in bevelende houding, een witgekleede Westerling tusschen stond: een "Europeaan," als men hier, kenteekenend, zegt voor Hollander.

De ezel en de hond legden zich onder 'nen hoogen beuk; de kat klauterde in de takken en de haan vloog in den top. Eer hij zijn gemak nam om een uiltje te vangen, keek de haan, uit voorzichtigheid, eens naar alle kanten rond. En hem docht, dat hij ginder ver een flauw lichteken zag schemeren. "Daar moet een huisje zijn, en menschen", dacht hij.

Allengskens aan werd de grond vettiger, en na nog een schraal mastboschken doorgereden, zagen ze, ginder beneden, in de helderheid de Nethe blinken; en dáár lag het schip. Ze vlogen de zoete helling af. Als ze daar gekomen waren mocht de knecht, die het schip bewaakt had, met een handsvol drinkgeld naar de feestvierders gaan.

O, zeide Dries, niets dan een klein vechtpartijtje met een tijger. God in den hemel, mijn arme vriend, wat ziet ge er uit! riep de kapitein verschrikt. Dus ge hebt met een tijger gevochten? vroegen beiden. Zie maar, zeide Dries, ginder in die kloof. Een luipaard! riep de kapitein verbaasd. En geen kleintje ook. Hebt ge met dat monster gevochten? Parbleu, ge zijt dapper!

Ge hebt dat niet goed begrepen, gij tweeën, praatte ze radeloos, ik heb Simon lief, lief. Waarom kijkt ge mij zoo vreemd aan? Ik houd immers niet op Simon lief te hebben. Ho! als ik denk dat hij nu ginder te peinzen zit, terwijl gij meent dat ik hem niet meer liefheb! Verstaat mij! Verstaat mij dan toch eindelijk! Ze was heesch en slikte moeielijk. Tranen liepen voortdurend over hare wangen.

Hij wordt voor dien arbeid betaald, alweer in grond: de Hollandsche ondernemer, suiker-planter of tabaks-bouwer of de Javaansche apanage-houder voor wien hij werkt, staat hem dien af, juist zóoveel als hem, met hulp van zijn heele gezin, en bijverdienstetjes hier en ginder, in het leven kan houden.

Daar ginder kwam gillend een jongen hard aanloopen; achter in mijn werkend hoofd kwamen de frissche geluidjes, jubelend geklank, hoog lachjesgesteiger vol jonge onnoozelheid.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek