Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Nu en dan stortte er een krakend gebouw in en versmoorde voor een oogenblik den gloed, die het verteerd had; maar die weldra des te feller van alle zijden onder het puin te voorschijn kwam: de zeewind gierde door de opengeborsten luiken en vensters en dreef brandende stroohalmen en half verteerde lappen zeildoek en netten landwaarts in, waar zij weldra in het moeras neervielen of door den regen werden uitgebluscht.
Zwarte wolken ijlden door de lucht en er was geen enkele ster te bekennen. Terwijl de gasten verstijfd van vrees ter neder zaten, verhief zich een geheimzinnige wind. Hij gierde door het Zomerpaleis en waaide al de lantarens uit. De volkomen duisternis deed een paniek ontstaan, en gedurende de verwarring riep één der aanwezigen: 'Een licht, een licht!"
Dit bleef de zes jonkvrouwen niet verborgen, en door groote liefde en toewijding trachtten zij den norschen vader met zijn lot te verzoenen. Op een avond, terwijl buiten de wind als een krassende raaf om den burcht gierde, zat ridder Wolf, door jicht geplaagd, binnen aan den warmen haard en was niettegenstaande de rouwelijke opmerkzaamheden in een slecht humeur.
Ja, ze gierde het bai taie oit om 't lekker oitje en dat ze nou al zoo'n lol hadde. Op iens zait Neel: "Groote groen in 't hoissie, weer is me knippie?" Ze voelt in der zakke, maar vindt het niet. "Wat," vrage de are, "je hèt je knippie toch niet estrooid, Neel?" "Nee," zegt deuze, maar da's nou toch nochter van me. Ik bedenk me deer net.
Hij was nog verpletterd door Eline's verschijning en ook hij trilde van medelijden, zonder zijne woorden te kunnen vinden, nu hij haar in dien stoel zag hangen, met hare druipende haren op heur doodsbleek gelaat en haar marmerkouden hals klevend in haar zwart avondkleed, dat als een natte, uitgewrongen lap om haar heen plakte. Maar hij ging. Hij moest handelen. En buiten gierde de storm.
Tegen den avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zoo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welken kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan. De storm gierde zoo verschrikkelijk om het eendje heen, dat het moest gaan zitten, om niet omver te waaien.
Eenzaam zat de ontaarde zoon in zijn kasteel. Maar te midden van al zijn schatten voelde hij zich niet rustig. 't Was herfst. Buiten gierde de wind door 't gebladerte. En binnen was hij, luisterend naar alle gillen en loeien van den wind om 't hooge huis. Hoor, daar treft een vreemd geluid zijn oor. 't Is of er iemand de steenen trap oploopt. »Slof, slof, slof, slof!"
"O, ja, éénig," gierde Dora. "Verbeeld je, Bob had er twee aan zijn rechterbeen. Of ik zijn spulletjes ook goed opberg, hè?" Nu moest Nel toch ook lachen en gearmd gingen beiden naar beneden naar de huiskamer. "Alweer een dagje om, ma," zei Nel, toen ze dien avond met Door naar bed ging. "Ja, ja, vrouwtje, maar er komen er nog veel, moet je maar denken."
Maar Cecilius riep: Dan zoen ik de tonstrix, omdat ze me zoo mooi heeft gekapt! En hij omgreep de lief lachende tonstrix en zoende haar: zij gierde van pleizier en zoende terug. En wat nu met mij? riep de voormalige, de dikke Gymnazium. Waarachtig, ik word niet meer gezoend. Nou, dan zoen ik ook maar niet meer! En zij deed of zij er treurig om was, voor de grap.
Marten had zijn roer weer geladen, en wachtte een gunstig oogenblik af om opnieuw te vuren. De wind gierde door het want, en soms schepte de boot water, maar dat verwekte thans geen vrees meer, integendeel blijdschap, want het scheen hun onmogelijk toe, dat de vijanden zóó snel konden roeien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek