United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een Indische dame, die zeebeenen heeft, zooals de kommandant beweert, zit bij haar. Op tafel ligt een mijter van bordpapier, een fraai stuk werk van den hofmeester zelf die daarvoor twee doozen, waarin dessertartikelen geborgen waren, gesloopt heeft. O juffrouw, zij wor gheêl mooi, j

Zoo waren zij misschien een groot kwart uurs buiten Gheel geraakt, toen zij eensklaps achter zich het snelle geklep eener klok door de lucht hoorden galmen. "Wat is dit?" riep de fourier. "De noodklok? Er is brand te Gheel; wij moeten terug!" "Terug? Neen, neen," morde de sergeant-majoor, die weigerde zich om te keeren.

Ofschoon wij, tot nu, niets anders beschreven dan wat de jonge fourier werkelijk heeft gezien en gehoord, zou men kunnen twijfelen aan de waarheid van ons verhaal, omdat de toestand der krankzinnigen te Gheel aanzienlijk is veranderd sedert het Staatsbestuur, in 1851, de hooge hand over hunne verpleging heeft genomen.

Te Moll teruggekeerd, vertelde de fourier aan zijnen sergeant-majoor, wat wonderlijke, treurige dingen hij te Gheel had gezien en vernomen; hij verborg hem daarbij niet, hoe onuitlegbaar diep hij door het schouwspel van der zinneloozen ellendig lot was ontroerd geworden.

Dit is de goede, de edele krankzinnigheid.... Sa, gij zegt niets? Zijt gij weder betooverd?" "Maar gij laat mij den tijd niet tot spreken," wedervoer de fourier lachende. "En toch, wat zou ik u kunnen zeggen?" "Geef mij nieuws van Gheel: mij dunkt, het is al eene eeuw geleden, dat ik uit die zottenwereld ben weggevlucht."

Hij kon niet eindigen; reeds was de heer rechtgesprongen, en riep nu met oogen die van trotschheid fonkelden: "Napoleon? De groote Napoleon? Hij is hier te midden der Markt gekomen, op een wit paard; hij heeft mij vriendelijk op den schouder geklopt en mij gezegd: u maak ik burgemeester van Gheel voor geheel uw leven!

Eenen middag, toen de onder-officiers op de wacht-parade tegenwoordig waren om het dagorde te ontvangen, werd daar een bevel van den generaal afgelezen, welks voorname inhoud was, dat de twee Compagnies morgen naar Gheel zouden vertrekken, om er de compagnies van het 3de bataljon te vervangen, die zich naar Turnhout begaven.

In het gevoel, dat hij ditmaal niet naar Gheel zou gaan als liefhebber en uit vrijen wil, maar tot het vervullen van eenen opgelegden plicht, vond hij gemoedssterkte genoeg om zijne bekommerdheid te overwinnen.... en het was tamelijk licht van hart, dat hij, des anderen daags 's morgens, de lieden der Zwaan vaarwel wenschte, en met den sergeant-majoor zich schikte bij den troep, die reeds met pak en zak reisvaardig stond.

August Droste, in zijn schrift over Gheel, dit stadje Das paradies der Wahnsinnigen noemt; en wij, hem daarin navolgende, ons verhaal Het Paradijs der krankzinnigen hebben betiteld.

Op het oogenblik, dat de onder-officier hem zou voorbijgaan, stond hij op en kwam in de baan om zijnen weg naar Gheel te hernemen. "Goeden dag, fourier," zeide hij zeer beleefd en minzaam. "Het is een heet weder, niet waar? De vogelen zitten met open bek op de boomen te hijgen. Geen wonder, wij zijn de hondsdagen ingetreden.... Gij ligt zeker met uw half bataljon te Gheel?"