Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel zag men nog aan zijne armen en beenen de duizenden ringen van zijn maliehemd glinsteren; maar daarboven had hij een overkleed van rood fluweel aangetogen. Zijn gulden helm blonk in het zonnelicht; rondom zijnen hals en op zijne borst hing een zwaar snoer van veelkleurig gesteente, waaraan een kruis van gewrocht goud en diamanten glinsterde.

Van hoe menigeen zou de moed bezwijken, als hij een tocht boven de wolken moest aanvaarden! Men is nog niet gewoon geraakt aan de gedachte, dat de luchtbol, even als het schip, even als de lokomotief, niet anders is dan een gewrocht der wetenschap, eene in geen enkel opzicht buitengewone toepassing harer vaste wetten.

Dat er aan deze veel haperde, staat vast; dat de bestaande toestanden onhoudbaar waren geworden, eveneens; doch elke daad van geweld, tegen den hoeksteen van een goed geordenden staat is afkeuringswaardig; en ondanks al het goede, later door hem gewrocht, heeft Napoleon toen aan het nageslacht een verderfelijk voorbeeld gegeven. Veel is er echter ook tot zijn verontschuldiging te zeggen.

Hij is vet noch gezond geworden bij dien dubbelen arbeid, want hij is bleek als een spook, treurig als een verdoemde, en zoo mager dat zijne beenderen door zijn vel steken. Hij is nog niet slapen, zeker heeft hij wederom heel den nacht gewrocht. Komt binnen, gij beiden, zeide smid Wasteele, en brengt uwe ezelen op de meersch, achter het huis.

Als zijn hand de harp bespeelde vermengde hij tonen van smart Met tonen van groote vreugde; nooit was zijn vertelling verward, De Meester aller Meesters in de kunst van den smid was hij, Hij kon omgaan met wind en weder en stillen het golvengetij, En niemand kon heelkunst hem leeren, want eer het geslacht was gewrocht En de generatie der menschen, had hij hun toekomst doorzocht.

Het Nederlandsch-Vlaamsche Duitsch, waarin vroeger zooveel groots gewrocht werd, en dat het volk, zooals aangemerkt is, eens zelfs zoo lief was, dat zijne Koningen het leeren en spreken moesten, daalde tot eene illiterarische boerentaal af, waarin alleen nog de Brabantsche kantwerksters hare oude liederen zongen.

De nabob hield zijn paard in en riep met luide stem, de hand naar den voortsnellenden trein uitgestrekt: »Ga en zeg den onderkoning van Indië, dat Nana Sahib nog altijd in leven is en dat hij dezen spoorweg, dat vervloekte gewrocht hunner handen, in het bloed der veroveraars zal verdrinken!"

Gaat, kijkt ernaar entwie , die oogen heeft, en staat er een stonde wijlend bij, daar zunne valt en water; en toogt mij dan tapijt, of legwerk, of 't zij wat, dat kunstiger gewrocht, en schoonder, is als dat!

Is er ergens een schoon plekje, een heerlijk natuurwonder, door den Schepper, die in stilte, zonder haast en zonder drift en zonder rumoer werkt, gewrocht, en bleef dat plekje, dat wonder, tot dusver nog voor het oog der menigte verborgen: niet zoodra heeft een noodlottig toeval deze verborgen, door weinigen gekende en gewaardeerde schoonheid aan het licht gebracht, of alle windselen en omtuiningen worden weggerukt; de spoortrein snort ratelend door de heilige stilte en voert een stroom van toeristen aan, den vulgairen, onuitstaanbaren stroom van gapers en beuzelaars, die kijken en niet zien, niet verstaan en niet gevoelen.

Deze levensvolle, dramatische groep in de lucht doet nog te treffender de volstrekte eenzaamheid uitkomen van Adam, den eersten bewoner der aarde, daar nederliggende op die kale naakte helling, die door niets de aandacht afleidt van de eerste harmonische beweging, den eersten zielvollen blik, de eerste kiemende gedachte van den eersten mensch, alleen tegenover zijn God.... De oude schilders en de meesters onzer hollandsche school zouden hier ongetwijfeld eene gansche menagerie en een volledigen plantentuin hebben aangebracht: Michel-Angelo, niets dan den Schepper en zijn beelddrager.... Niet zonder grond hebben de meest bevoegde kunstrechters deze fresko als het uitnemendste gewrocht der schilderkunst geroemd, onvergelijkelijk door den adel der gedachte, den verheven stijl, de machtige, aangrijpende poëzie der voorstelling.