Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
"Het is onmogelijk," riep Prins Jan, met geveinsde verbazing, "dat een zoo dapper ridder een onwaardig of ongehoorzaam zoon zou kunnen zijn!" "En toch is dit het geval met Wilfrid, mijn Vorst," hernam Cedric. "Hij heeft mijne vreedzame woning verlaten, om zich onder de weelderige edelen aan het hof uws broeders te mengen, waar hij de ridderkunsten geleerd heeft, waarop gij zoo hoogen prijs stelt.
Wilt gij haar dat eens uitleggen, pastoor Doening? En waarom zoudt gij zelf het niet doen? Wel, aarzelde hij met eene geveinsde verlegenheid, ik vrees waarlijk dat een Hongaar van mijn slag het met te geringe overtuiging zal doen. Heerlijk! riep geestdriftig de ineens rechtstaande du Bessy uit, laat ons zulke zaken onbesproken laten. Ik zou er niet eens een argument voor vinden.
Waarlijk, dan zoude men de petits marquis uit den tijd van Molière bijna terugwenschen; want al is geveinsde beleefdheid slechts vleierij, zij is toch altijd beter dan geveinsde lompheid.
De beker ging rond, onder de geveinsde toejuiching der hovelingen, welke echter de gewenschte uitwerking op het gemoed des Saksers misten. Hij was van natuur niet scherpzinnig, maar zij, die meenden, dat dit vleiend compliment zijne gevoeligheid over de hem pas aangedane beleediging zou uitwisschen, rekenden zijn verstand toch al te min.
"Heer Pelgrim," zei Sir Brian de Bois-Guilbert verachtelijk, "deze geveinsde vergetelheid, nadat gij u zoo veel hebt te binnen gebracht, komt te laat, om aan uw doel te beantwoorden.
De edele Perzen uit het geslacht der Achaemeniden stegen in aanzien, naar gelang de invloed der vleiende en geveinsde eunuchen afnam. Deze klasse van menschen was, door de inlijving van Medië, Lydië en Babylonië, in welke rijken zij vele der hoogste ambten in den staat en aan het hof bekleedden, in het paleis van Cyrus gekomen.
Ik heb geen reden. Ik denk aan geen reden. 't Komt mij sinds een paar dagen zoo geweldig op en ik kan 't nu niet meer weerhouden. Koop onderwege iets met dees geld. Ge moogt niet zeggen dat het van mij komt. Ge moogt niet spreken van mij aan ... mijn zoon.... Wilt ge? Ze reikte 't geld over en Goedele nam het aan, ook gepakt door moeders geveinsde aandoening.
Ursule ging nevens haar staan en smeet koortsig het klavier dichte. 't Gaf een luidelijken slag, en ze bleven allebei daarna een tijdeken roerloos. Goedele voelde haar wezen heet worden. Ze richtte zich met geveinsde onverschilligheid op en tort stille over het tapijt, niet opziende naar heur moeder.
Ze spraken weinig. Hun asem was heet. Waar zijn we hier? Bijna binnen de stad. Ze legden een geveinsde onverschilligheid in hunne woorden, maar al hun gedachten vloeiden saam tot éen gichtig, woelig, zinnelijk beeld. Ze gaven zich over, zonder strijd, aan hun brandende koortse. Ze deden niets om de brutale tempteeringe uit hun lijf te krijgen.
Het eerste dat hij in het nieuwe gebouw vond was Gueulemer, het tweede een spijker; Gueulemer dat wil zeggen de misdaad; een spijker dat wil zeggen de vrijheid. Brujon, nopens wien men zich thans een nauwkeurig denkbeeld moet vormen, was, onder een uiterlijk voorkomen van zwakheid en geveinsde onverschilligheid, een geslepene, schrandere dief, met een vleienden blik en wreeden glimlach.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek