United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Even wachtte hij of zij ontwaken zou in die pooze genoot hij de schoonheid van 't oogenblik: een lieftallig vrouwtje, onbewust en ongevoelig, dat sliep in nachtelijke eenzaamheid, bij haar een man die een wensch bedwong, daarboven in 't licht van 't maantje de hemel die de toekomst wist... en hij herinnerde zich hoe zij gisterenavond te paard waren gestegen, en hoe hij geschrokken was door het voorteeken, het kraaien van een haan in den nacht... Toen keerde hij terug naar zijn rustplaats achter den boom, en dommelde weldra lichtkens in.

Hoe is 't nou gegaan, zoo in eens? vroeg Mathilde zachtjes; de tranen drupten langzaam, zonder zenuwachtigheid, van haar wangen. Ja, u zal wel erg geschrokken zijn? zeî Jans. 't Is treurig, erg treurig voor me, 't is een heele steun die me ontvalt.

De prachtige nieuwe broeikas van de domineesche! De kip schrok er van. Iederéén zou er van geschrokken zijn.

Ah zoo.... jong mooi meisje; ei zoo, ben jij nu de vrouw van een ander....? Hahaha! Wie lachte daar, wie? Goede God, hij zelf heeft zoo vreemd gelachen; hij is er van geschrokken. Wat deed hij ook met dat portretje in handen! Weg, weg er mee! Waar is dan de kracht; waar het verstand! Wáár ze zijn....? Hier, dáár, hier! Hier zijn ze beiden! Zie dan, zie!

De resident van Bantam was geschrokken, en als men my de onedelheid van 't beeld wil vergeven om-den-wille van de juistheid, heb ik lust hem te vergelyken by een straatjongen die zich beklaagt over verkrachting van voorouderlyke gewoonten, omdat een excentriek kameraadje hem zonder voorafgaande scheldwoorden geslagen heeft.

"Neen," antwoordde hij. "De koetsier zegt, dat hij 't mijnheer komt brengen." "Welke koetsier?" "De koetsier van Scaufflaire." "Scaufflaire!" Deze naam deed hem schrikken, alsof een bliksemstraal langs zijn oogen schoot. "O ja," hernam hij; "Scaufflaire." Zoo de oude vrouw hem op dat oogenblik had kunnen zien, zou zij geschrokken zijn. Er ontstond eene pauze.

Rob was ook even geschrokken, meenende dat hij den man bezeerd had, maar toen hij zag dat ze 't blijkbaar niet boos opnamen, maakte hij zich gereed om weer in het zadel te springen. Daar werd hij echter op zijn schouder getikt, en de parkwachter stond naast hem, zeggend: "al weer zonder licht?"

"O, dat weet ik niet," huilde Jan, terwijl de modder hem van de kleeren droop. "Maar als je getroffen bent, moet het je toch ergens pijn doen?" zeiden de andere jongens. "Och ja, dat weet ik wel, maar ik ben zoo geschrokken," kreunde Jan. "Dat is niet erg, als je maar niet getroffen bent. Je bent anders lang geen held, dat verzeker ik je. Dus hij heeft je echt niet geraakt?"

Hij zal den hollebollen Gijs wel nadoen, die eene koe en een kalf en een dood paard half opat. Och, m'n lieve mensen, wil je wel gelooven, dat ik van hem geschrokken ben? Die jongen heeft wangen als oliebollen!" "Ik zou hem nu maar in de wieg leggen, baker," zei Moeder. "Anders mocht hij eens kou vatten." Hij zelf zeide niets; praten kon hij nog niet en schreeuwen scheen hij niet te willen.

In een zwerm vereenigd, brengen deze vogels een geluid voort, dat eene zonderlinge overeenkomst heeft met den kreet van een troep jonge honden in vollen draf; en meer dan eens ben ik een oogenblik geschrokken als ik, des nachts wakker geworden, het geluid in de verte hoorde. Gelijk onze kievit zijn naam ontleent aan het geluid zijner stem, zoo ook de teru-tero.