Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Te middernacht schrokken ze plotseling op door het gejank van een hond in de richting van het huis. »We zijn ontdekt!" fluisterde Kees tot Petinggi. »Ik geloof het niet, heer! De wind is hierheen; die hond kan ons niet geroken hebben." Kort daarop zweeg het gejank en ofschoon de Dajaks lang luisterden, bleek Petinggi gelijk te hebben gehad.
Zijn de worsten voor de honden gemaakt? 'k Heb witte en zwarte pensen geroken; 'k zou ze zien als ik nog mijne lanteernen had. Waar zijn de koekebakken met Anderlechtsche boter? Zij zingen in de pan, sappig, knappend en hijgend naar het bier, waarmede wij ze zullen begieten. Wie geeft de hesp met eieren die onzen mond placht te streelen?
Nu niet langer geaarzeld; er moet weer geschoten van de plek waar we staan, een goeden halven kilometer ver. "Pang, Pang!" knallen de geweren, en op hetzelfde oogenblik vliegt de heele kudde weg! Ze hebben nog geen tweehonderd meter afgelegd, of ze keeren om. Hebben ze den leeuw geroken? Weer vliegen ze in onze richting, maar altijd op 500 meter afstands... Vuur!
Zij had iemand om tegen te praten en dat was genoeg. Nadat zij nog eens aan haar flacon had geroken, om hare krachten te herstellen, vervolgde zij: "Gij moet weten, ik heb mijn vermogen en mijne bedienden in eigendom gehouden toen ik met St. Clare trouwde, en heb een wettig recht om er op mijne eigene manier mede te handelen. St.
Reeds hief het rijpaard weer een der voorbeenen op, om nog verder door te dringen, toen het eensklaps begon te steigeren, en met een vervaarlijk gesnuif achteruitsprong. Het had een van den Yankee of van den doode uitgaande lucht geroken. De Indiaan deed in een oogwenk een waren panter-sprong zijwaarts en verdween, en met hem ook het tweede paard. Hartley kon hem niet meer zien.
"En als de wijn op is, dan halen we wat bij den Spanjool," riep Witte en dronk in eenen zijnen beker ledig. Het was of de Spanjaard geroken had wat er bij ons aan boord besloten was; want de vloot stelde zich in beweging en kwam recht op ons af. Don D'Oquendo was voorop! Eer de vijand nog één schot gedaan had, was Witte al aan den gang.
In een oogwenk was ons troepje op het pad neergehurkt en verborgen, maar te laat; de olifant had ons geroken terzelfdertijd toen wij hem hadden gezien, en met uitgestrekten staart, opgeheven ooren en den snuit half opgericht en naar ons toe gekeerd, ging hij weg door het platgetrapte gras.
Deed hij dan niets, zich somber verdroomend, turende uit zijn cellevenster, dan zag hij, vlak voor zijn oog, op wat afstand, nauwlijks verte, de villa, waar zij samen gewoond hadden, en waar het gebeurd was, zag hij soms een stuk ovaal der zee, als een grijze schemering, en het was hem of hij den zilten geur rook, zooals hij dien had geroken, toen hij daar gezeten had, uren lang, met de beenen op de balustrade, zij, in zijn bereik, zonder dat hij het bewust was, hun noodlot ieder oogenblik hen naderend, onafwendbaar.
Eerst de val van zijn paard, dat de luipaard had geroken en daarom geweigerd had voort te gaan, daarna de worsteling, de val in de kloof, de afmatting van den zwaren arbeid om in den brandende zon zich naar boven te werken; dat alles had den wakkeren knaap zeer aangegrepen. 't Was gedurende de ziekte van Dries, dat men eerst recht verheugd was eene vrouw bij het gezelschap te hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek