United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ken den pleizierigen draai van uwe gepeinzen. Zij zijn zooals de kermismolen en zij hebben een spel van blikkertjes en zilveren franjen, en al de paardjes dragen een flinke kleur. Daarom komen de kinderen errond staan, neem het mij niet kwalijk. Maar ik wilde u over mijnheer Lazare spreken. Gelooft gij niet met mij, dat het nu tijd wordt om den koppigen man met zijne dochter te verzoenen?

In het scherpste oogenblik van zijne smart, terwijl Vere, weer ontwakend, hem ginder aan den verren bedhoek bemerkte, beloofde hij in zijne verwarde gepeinzen dat hij het verzenbundeltje, waaraan hij de laatste hand had gelegd, vernielen zou. Oomken, zei Vere, waarom kijkt ge zoo droef? Ge hebt me altijd gaarne gezien.... Oomken beet op zijne lippen.

Hij dacht aan zooveel dingen te gelijk, dat hij in zijn hoofd geen een, meer dan een paar seconden, bijhouden kon, en telkens sloeg hij dan die verwarde gepeinzen uiteen met een wrevelig: Waar blijft ze toch! Seffens herkwam het leitmotief van zijne kommernis: hoe hij zich houden moest. Hij kon nergens zich houden zooals hij was.

Dan stond hij op en zeide: "Ik dank u, vrienden, de hesp is goed, en ik had zulken eetlust, dat het mij heeft gesmaakt, als ware mijn geest niet in droeve gepeinzen verslonden. Kom nu, Jakob, toon mij den hof van het kasteel." Zij gingen beiden buiten, de hovenier scheen zijne stappen naar een looverhuisje te richten.

De man bleef in gepeinzen verzonken, en sloeg het belangwekkend gelaat van den knaap gade. "Luister!" hervatte hij met zwakker stem. "Ik zal ook dood zijn voordat het dag wordt...Op twintig pas van hier, aan den anderen kant van de beek, ligt veel brandhout opgestapeld.

En onder het uiten dezer woorden keerde hij zich om en liep met hevige gebaren terug in de straat. De jonkvrouw hield vol ontroering den blik nederwaarts en stapte in gepeinzen voort. Het was haar bang om het hart en zij schudde soms het hoofd in pijnlijken twijfel.

Hoe zou zij nu naar hare hofstede te Moerkerke wederkeeren Als weduwe, met vaderlooze kinderen? Wie kon het weten? Door deze angstige gepeinzen neergedrukt had zij het hoofd gebogen en blikte ten gronde. Zij ontwaakte echter met eenen blijden kreet uit dezen naren droom: haar echtgenoot stond nevens haar. "De man dien ik had gezien was verdwenen", zeide hij. "Nergens kon ik hem nog bespeuren.

Zijn wit aangezicht glom onder de polychrome belichting van de glazen poortkoepel. Simon! riep Doening. Vergeet mij. Simon vluchtte weg op straat. Hij verdween onder de olmen. Pastoor Doening, in beide handen zijn hoofd bergend, bleef staan, verzamelde pijnlijk zijne gepeinzen, en zuchtte: Ik zal hem gedenken, hem vurig gedenken .... Spaar hem, o God! Hij steeg langzaam de trap op.

Bij een smokend lampje, in een kleine woning van het stadje Damme, zat, in diepe gepeinzen verzonken, een man, die, bij den eersten aanblik, in de volle kracht des levens scheen te zijn. Vóór hem, op eene schrijftafel, lag eene rol perkament, waarop hij, van tijd tot tijd, eenige regels neerschreef.

Uit deze en dergelijke gepeinzen werd zij na enkele minuten gewekt door Willoughby, die, zich oprichtend uit een niet minder droevige mijmering, aanstalten maakte om te vertrekken, terwijl hij zeide: "Wat geeft het, of ik hier al langer blijf; ik moet gaan." "Gaat u terug naar de stad?" "Neen; naar Combe Magna. Ik heb daar 't een en ander te doen; over een paar dagen ga ik weer naar Londen.