Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Om dit op te helderen stellen wij bijv. dat iemand te klein gehuisd is.

Op den bergrug tallooze druivenstokken, links de liefelijke beukenboschjes, tot aan de steile kruin opstijgend, rechts de murmelende golfslag, aan de overzij, ver zichtbaar op de sagenrijke rots, waar eens een afschuwelijke draak gehuisd had, de muren van een ridderslot. Hoog boven alles de nacht in gouden sterrengewaad. Zwijgend staat de ridder stil.

De Dood bleef in Leiden, niemand sparend. 't Gras van de straat was reeds gegeten. De wachters aan de poorten stonden met knikkende knieën. Er woonden in de stad twee zusters, Anne en Marie. Eertijds hadden ze samen gehuisd, maar Marie had een man liefgekregen, en ze had Anne verlaten. Het scheen, of ze in zusterschap niet gescheiden waren, en of Anne blijde was om Marie's geluk.

Eindelijk ging Domingo, na goed gegeten te hebben, naar zijn stal en Leonarda nam een lamp en leidde mij naar een soort gewelfde kelder, die dienst deed als kerkhof voor de overleden roovers, die hun natuurlijken dood stierven en waar ik een soort krib zag, die meer op een doodkist geleek dan op een bed, "Dit is nu jou kamer, mijn beste jongen," zei zij mij met de hand onder de kin streelend; "de jongen die hier vóór jou diende, heeft er zijn heele leven in gehuisd en ligt er nu ook nog begraven.

Het geheele leger van den Cid viel toen op hen aan; met al het voetvolk en paardenvolk stormden zij het Moorsche kamp binnen, verbraken de koorden der tenten, en wierpen de schitterende Oostersche paviljoens omver, waarin de Saracenen gehuisd hadden. Zóó stormt in het vijandlijk kamp de Spaansche ruiterschaar, En door den schrik verlamd, staan Koning Bucars mannen daar.

De gouden avondzon schittert over de bergen. Op den bergrug tallooze druivenstokken, links de liefelijke beukenboschjes, tot aan de steile kruin opstijgend, rechts de murmelende golfslag, aan de overzij, ver zichtbaar op de sagenrijke rots, waar eens een afschuwelijke draak gehuisd heeft, de muren van een ridderslot. Hoog boven alles de nacht in gouden sterrengewaad. Zwijgend stond de ridder stil.

Zij dragen vrucht en bloesem te gelijk. Ik hoor den wind, die door de twijgen ruischt, En 't klinkt daarbij zoo lieflijk uit hun top, Als ware er heel een zangrig choor gehuisd. En achter hen, daar rijzen bergen op, Klaar afgeteekend tegen 's hemels trans, Somtijds bezocht door wolken, waar de glans Van morgenrood en avondzonnegoud Zich mengelt tot een wisslend licht en bruin.

Toen scheen het mij dat mijn hart, waarin zooveel liefde woonde, mij zeide: "Waarlijk, het is wel zeker dat onze Vrouwe gestorven is". En hierop scheen het mij dat ik ergens heen ging om het lichaam te zien in hetwelk deze edelste en gelukzalige ziel had gehuisd.

Hij had geld, hij werd in beschuldiging gesteld, en omdat hij een ketter gehuisd had, werd hij levend verbrand. Maria sprak toen: Arme martelaar! doch in het hemelrijk zijn frissche bronnen, fonteinen die melk en wijn spuiten; kom mee, kooldrager, ik zal u leiden.

Hij had een zeer sterk geheugen, dat hem ook in de onderwereld bijbleef, zoodat, toen zijne ziel na vele omzwervingen in het lichaam van Pythagoras terechtkwam, zij zich nog alles wist te herinneren, wat zij had ondervonden in de verschillende lichamen, waarin zij gehuisd had.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek