Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Nog niet geheel bekomen van den roes dien ik me by zulke gelegenheden tot 'n gewoonte heb gemaakt, hoop ik in dit hoofdstuk alle geestigheid te vermyden, en de vraag: wat zyn specialiteiten? zoo burgerlyk-ordinair te behandelen, dat daaruit by geen mogelykheid 'n nieuwe champagneparty zal kunnen voortkomen.
Zij waren niet alleen niet tevreden hun meesters in manieren na te doen, maar bootsten zelfs hun spraak na en die oolijke snaken deden het zoo meesterlijk, dat het bijna hetzelfde was. Ik bewonderde hun vrije en ongedwongen manieren en ik werd nog meer getroffen door hun geestigheid, zoodat ik begon te wanhopen of ik ooit zoo'n beminnelijk persoon zou kunnen worden.
"Mijnheer zal u misschien alleen willen spreken", merkte de waardige Bout aan; "dan ga ik nog een kerkje knappen; de kerk zal toch wel al aan zijn?" Van der Hoogen lachte schreeuwend om deze geestigheid. Maar kan er ook iets grappigers bedacht worden dan met de kerk te spotten? Bout vertrok.
En tevens als een eerste poging, om tegenover zijn subjectieven held een geheele maatschappij te plaatsen. Een maatschappelijke schildering van zijn hand bestond reeds in Fra det moderne Amerikas Aandsliv, een persifflage, naar den vorm verhandeling, naar den geest geheel kunstwerk, niet objectief, maar schuimend van geestigheid. Gelijk hier de maatschappij, zoo is in Sult het 'ik' aanwezig.
De geslachten welke de scholen doorloopen, die elkander opvolgen, de lichtingen der jongelingschap, dragen aan elkander deze soort van geestigheid over; zij gaat quasi cuisores van de eene in de andere hand en blijft bijna immer dezelfde, zoodat de eerste de beste die, gelijk wij gezegd hebben, in 1828 Courfeyrac gehoord had, gemeend zou hebben, dat hij naar Tholomyes in 1817 luisterde.
En dat heeft mij de heerlijkste voldoening gegeven. Mijn moeder kon kort voor haar sterven zeggen: "Als Marcellus eens een geestigheid wil vertellen dan is niets hem te heilig."" Als ik denk aan die eigenschap van mij die ik weet! dan denk ik daarbij altijd aan Heine. Daarom heb ik ook nooit kunnen verdragen wat ze noemen luim of boert.
Voorts dat stukje over de blague en den esprit, waarin deze in hun droge en hoogmoedige en vaak toch van zoo laag allooi zijnde verstandelijkheid worden vergeleken met Dickens' rijke, sappige, waarlijk comische geestigheid.
Zeker, wat er verkeerd en ziekelijk is in de eigenschap, die zij bedoelde, had zij niet, maar het goede, het gezonde er van had zij; het was het afwijken van den gewonen flauwen sleur, een eigenaardig zijn en denken, met eene zachte tint van eigen geestigheid overgoten, genoegzaam om aardig en bekoorlijk te zijn zonder te hinderen.
Ik weet niet of "broek" mannelyk is, en heb geen lust het optezoeken, vooral omdat ik 't toch niet begrypen zou, al vond ik "broek, m." in 'n woordenlystje. Onlangs vond ik géén m. achter natie. Dat zal 'n scherpe geestigheid van Siegenbeek geweest zyn. Of Wouters's broek mannelyk was, weet ik niet, maar Leentje had de scheur geheeld, dat is de waarheid.
"Eene ster in goud gevat!" zei Cyprianus galant en liet zich daarbij tegen zijne gewoonte tot het zeggen van eene geestigheid verleiden. "Dat 's waar!.... Waarlijk, men zou zeggen eene ster!" riep Alice uit, terwijl zij vroolijk in de handen klapte. "Welnu, die diamant moet dien naam behouden. Laten wij hem de Zuidster doopen!.... Wilt ge, mijnheer Cyprianus?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek