Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Want indien God omtrent de Natuur en hare orde anders besloten had dan hij besloot; dat wil zeggen, indien hij omtrent de Natuur iets anders gewild en gedacht had, zou hij noodzakelijk een ander verstand en een anderen wil gehad hebben dan hij heeft.
En waarlijk, indien heldenmoed en onversaagdheid de Vlamingen niet belet hadden het gevaar te merken, zouden zij ook wel aan hun laatste bede gedacht hebben, want terwijl er reeds meer voetvolk in het Franse leger dan in het hunne was, bleven er bovendien nog tweeëndertigduizend ruiters te bevechten.
De makkers vertrokken en als ik alleen was blijven staan als een simpelaar, kreeg ik het gedacht de ton door de straat te rollen ... om ze ievers in 't droge te krijgen.
Bekker vond dat zoo'n man dat woord eigenlijk niet mocht uitspreken, dat moest niet mogen. "Wat zei je tegen hem?" Ik had niks gezegd, ik had maar naar z'n gezicht gekeken en gevonden dat-i zoo'n dikken kop had en gedacht: "hij weet niet wien hij voor heeft, daar is hij te dom voor." En ze betaalden ons slecht de heeren. En verliefd waren we.
Tienduizend francs waren niet voldoende om haar het huis van den notaris te doen koopen, zij kwam twintigduizend te kort. Aanvankelijk had zij er over gedacht zich aan de vrouw te verkoopen, waar zij zich reeds aan den man verkocht had. Zij kende mevrouw echter te goed en vreesde weggejaagd te worden bij de geringste zinspeling daarop.
Het was heel moeilijk neen te zeggen tegen deze signora. Pater Jozef kwam hem te hulp. "Vraag de signora, of je over een paar uur antwoorden moogt, Gaetano." "De knaap heeft nooit anders gedacht dan monnik te worden," zei hij verklarend tot donna Elisa. Zij stond op, nam haar parapluie en beproefde er vroolijk uit te zien, maar ze had tranen in de oogen.
"Wel, wel, wie zou dat nu gedacht hebben," zeide hij, terwijl hij Fulco hartelijk de hand drukte. "Ik wist niet beter, of je zat op IJselstein!" "Daar was ik eenige uren geleden ook nog, Wijbrand," zeide Fulco. "Maar nu ben ik hier, zooals je ziet, en ik verlang erg naar bed, want ik heb drukke dagen achter den rug. Waar zal ik mijn paard laten?"
Fieken zeide niets; maar zij dacht: "Hij is een goede kerel en een trouwe kerel." En zij zou mogelijk nog meer van hem gedacht hebben, maar Hendrik stond op eens bij haar en zag haar zoo vriendelijk aan en vroeg, of zij 't ook koud had; toen was het met het denken gedaan, en zij gaf hem de hand, zeggende: "Neen! voel maar, ik ben heel warm."
Met het hoofd geleund tegen den rug van haar vouwstoeltje en met welbehagen de zoute zeelucht inademend, zat zij rustig te peinzen, tot hare oogen dichtvielen en zij in slaap geraakte. Het was zoel zomerweer en er was juist genoeg wind om de reis prettig te maken, zoodat er aan zeeziekte nauwelijks gedacht behoefde te worden.
"En dan, ik herkende het meisje niet meer; zij die altijd zoo gedwee en volgzaam was, stond daar, doodsbleek, en zei niets anders dan 'neen' en nog eens 'neen! God help mij, wie had dat gedacht?" "Zij is immers uwe dochter, vaderlief," zeide zijn vrouw, opstaande en naar hem toe komende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek