Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Is 't niet genoeg, dat gij het weet? Ik heb het met vrijen wil, zonder er toe gedwongen te zijn, gezegd; ik zou 't aan de wereld, aan iedereen gezegd hebben; 't was mij onverschillig. Maar zij, zij weet niet wat het is; 't zou haar ontstellen. Een galeiboef, wat! men zou het haar moeten verklaren, haar zeggen: 't is iemand die in het bagno is geweest. Eenmaal zag zij een transport galeiboeven.
De grens der hoorbare scherpe klanken kan misschien evenzeer voor den geest als voor het oor overschreden worden. Deze woorden: "Ik ben een oude galeiboef" die uit den mond van Fauchelevent in 't oor van Marius drongen, overtroffen het mogelijke. Marius hoorde niet. 't Scheen dat hem iets gezegd was, maar hij wist niet wat. Hij bleef met open mond staan.
In dien Jean Valjean begon hij een edel, verheven wezen te vermoeden. Een ongehoorde groote, stille deugd, die nederig in haar grootheid was, verscheen voor hem. De galeiboef veranderde zich in een Christus. Marius werd als verblind door dit wonder. Hij wist niet juist wat hij zag, maar 't was iets grootsch. In een oogenblik stond een huurrijtuig voor de deur.
Een man aldaar, gelijk later bleek een oude galeiboef, beweerde dat hij zeven jaar geleden aan Rousseau een kleine geldsom geleend had, die deze hem nooit had teruggegeven.
"Al hebt gij hem ook al onder uwen zedelijken invloed, dan hebt gij hem nog niet in uwe physieke macht." "Neen, maar die galeiboef zal in slaap gedompeld blijven, en zonder mijne tusschenkomst zal die slaap niet wijken." "Aangenomen", zei Piet; "maar waartoe zal dat dienen? Ik zie daar geen uitkomst in." "Waartoe dat zal dienen, vraagt ge? Welke uitkomst dat zal hebben?"
Nu bevonden zich juist bij het Pantheon, het Val de Grace en de barrière Grenelle de woningen van deze drie zeer gevreesde barrièreschooiers, Kruideniers, anders genoemd Bizarro, Glorieux, een ontslagen galeiboef, en Barre-Carrosse, op welke door dit voorval de blik der politie opnieuw getrokken werd.
Ge zult met Cosette gaan wandelen, op de dagen dat ik in het Paleis van Justitie moet zijn, ge zult haar den arm geven, evenals vroeger in het Luxembourg, ge weet nog wel. Wij hebben vast besloten heel gelukkig te zijn. En gij zult in ons geluk deelen, hoort ge, vader. Nu, heden ontbijt ge met ons, niet waar?" "Mijnheer," zei Jean Valjean, "ik moet u iets zeggen. Ik ben een oude galeiboef."
Om een denkbeeld te geven van 't geen nu aan tafel plaats had, kunnen wij niets beter doen dan hier eenige zinsneden uit een brief van mejuffrouw Baptistine aan mevrouw de Boischevron over te schrijven, waarin het gesprek tusschen den galeiboef en den bisschop met naïeve uitvoerigheid verhaald wordt. "... De man lette op niemand. Hij at met de gulzigheid van een uitgehongerde.
Fluisterde een stem hem in 't oor, dat hij het plechtigste oogenblik van zijn lot had beleefd, dat er voor hem geen middenweg meer bestond, dat, zoo hij voortaan niet de beste mensch was, hij de slechtste zou zijn; dat hij thans, om zoo te spreken, zich boven den bisschop moest verheffen, of lager dan de galeiboef zou zinken; dat, zoo hij goed wilde zijn, hij een engel moest worden; dat, zoo hij slecht wilde blijven, hij in een monster zou ontaarden.
Deze galeiboef ging het lijk in de rivier werpen. Het verdient opmerking, dat deze galeiboef, vóór hij aan het uitgangshek kwam, reeds zeer verre door het riool was gegaan, en noodwendig een schrikkelijken modderpoel had ontmoet, waar hij het lijk had kunnen achterlaten; doch dan zouden de rioolruimers bij 't schoonmaken den volgenden dag terstond den vermoorden man hebben gevonden, 't geen de moordenaar niet wilde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek