Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


Hij vond het eene schoone verdienste voor zulk eene kleine taak en hij zou er gaarne vrij wat erger voor gedaan hebben. Voor goud deed hij alles; zijn geweten veroorzaakte hem niet den minsten last meer; de ongelukkige had het al lang tot zwijgen gebracht. En Fulco gevoelde zich ook gelukkig. Met angstvallige zorg hield hij het schreiende knaapje in zijne armen gekneld.

"Neen, zeker niet," bromde deze terug, terwijl hij zijne beide handen tegen zijne wangen drukte, daar hij juist weer een hevigen aanval van kiespijn kreeg. "'t Is hier geen herberg." "Nu, vrienden!" riep Fulco, terwijl hij opstond, "je hoort het; ik kan hier den nacht niet doorbrengen, dus is het voor mij hoog tijd, om te vertrekken.

Neen, haar trouwen Fulco durfde zij het niet vragen. "Edele Vrouwe," zeide hij, "ik bid u, draag mij die taak op. Ik ben het mijn ongelukkigen Heer verplicht. Laat mij gaan, bid ik u." Bertha was ontroerd.

"Goeden avond!" zeide Fulco vriendelijk. "Den kramer wordt zeker geen toegang geweigerd?" "Je kunt binnengaan," zei de wachter, "doch als uwe mars niet bijzonder goed voorzien is, raad ik je aan, uw geluk liever elders te beproeven." "Zoo? Waarom?" vroeg Fulco. "Omdat Heer Aloud en de edelvrouwe er niet van, houden, dat men hun prullen aanbiedt," hernam de wachter.

Zoodra de vreemde bemerkte, dat hij gezien was, richtte hij zich op en zette het op een loopen. Fulco trachtte hem tegen te houden, doch dat gelukte niet, daar hij de paarden niet durfde loslaten. De schurk rukte zich los en vloog heen, doch niet, dan nadat Fulco's zwaard met kracht op zijn achterhoofd was nedergedaald. Een rauwe kreet was het antwoord op die tuchtiging.

Juist, toen hij met vernieuwde woede op mij aanviel, klonken de hoefslagen van paarden en een oogenblik later kwam jij binnen. Ik denk, dat hij achter u om de deur uitgegaan is, wat bij deze duisternis gemakkelijk kon geschieden." "Je zijt mijne moedige Bertha!" zeide de ridder. "Jammer, dat de schurk ongestraft ontkomen is." "Niet ongestraft, Edele Heer!" zeide Fulco.

Fulco twijfelde niet langer of Peer had hem bedrogen. "Hij had dat kind wel al twintigmaal kunnen grijpen," mompelde hij. "Was ik zelf maar gegaan, dat was vrij wat verstandiger geweest. Niets gaat toch maar zoo goed als wat men eigenhandig verricht. Wie weet of die lieve Peer al niet gegrepen en opgesloten is. 't Is best mogelijk.

Fulco pakte zijne geheele mars uit en liet alles van hand tot hand gaan, zoodat bijna de geheele avond besteed werd aan het uit- en inpakken en bezichtigen van de schoone koopwaren. Het was al laat, eer alle handel afgeloopen en de mars in een hoek van de kamer geplaatst was. "En hoe gaat het nu met de kiespijn, Coenraad?" vroeg Fulco.

Van alle kanten omsingeld en aangegrepen, kon hij zich bijna niet wenden of keeren en weldra was hem het zwaard uit de hand geslagen. Dat zag Fulco en met een onstuimige vaart vloog hij op den drom in. Snel daalden zijne slagen op de hoofden der aanvallers neder en vielen sommigen dezer gewond ter aarde, doch tegen de overmacht was hij niet opgewassen.

Snel trokken zij hunne zwaarden en het gelukte Fulco al spoedig door een goed gerichten slag zijn aanvaller ter aarde te doen storten. Hij hield nu de teugels sterk in en gaf zijn paard de sporen, waardoor het woest begon te steigeren. Daardoor werd het zijnen bespringers onmogelijk het opnieuw aan te grijpen. Heer Gijsbrecht was echter zoo gelukkig niet.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek