Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


Reeds bij Froissart wordt de dapperheid aanbevolen zonder eenige religieuze of direct moreele motiveering, om roem en eer, en enfant terrible als hij is om carrière.

De herauten en wapenkoningen, meent Froissart; zij wonen immers die edele verrichtingen bij, en hebben ze officieel te beoordeelen; zij zijn experts in zaken van roem en eer, en roem en eer zijn het motief der geschiedschrijving.

De oorzaak, dat het Gulden Vlies boven allen opgang heeft gemaakt, is niet ver te zoeken. Het was de rijkdom der Bourgondiërs, die er achter zat. Misschien droeg er ook de bijzondere praal toe bij, waarmee de orde was uitgerust, en de gelukkige vinding van het symbool. Aanvankelijk was bij het Gulden Vlies alleen aan dat van Colchis gedacht. De vertelling van Jason was algemeen bekend; Froissart laat haar in een Pastourelle door een herder verhalen. Maar aan Jason als fabelheld was een luchtje; hij had zijn trouw gebroken, en dit thema leende zich tot onaangename toespelingen op de politiek der Bourgondiërs jegens Frankrijk. Alain Chartier dichtte: "A Dieu et aux gens detestable Est menterie et trahison, Pour ce n'est point mis

Doch indien het onder de geschiedschrijvers meer dan anderen Froissart en Chastellain zijn, die ik aanhaal, onder de dichters Eustache Deschamps, onder de theologen Jean Gerson en Dionysius de Kartuizer, onder de schilders Jan van Eyck, dan ligt dit niet enkel aan beperktheid van mijn materiaal, maar meer nog aan het feit, dat dezen door den rijkdom en het scherp eigenaardige van hun uitingen bij uitstek de spiegel zijn van den geest dier tijden.

Froissart komt zelden onder een schoonheidsindruk; hij had het er te druk voor met zijn eindelooze verhalen; maar er is één schouwspel, dat hem altijd weer woorden van blijde verrukking ontlokt: schepen op het water met wapperende vlaggen en wimpels, waarvan de kleurige blazoenen schitteren in de zon.

Froissart, ed. Kervyn, XV p. 132; Religieux de Saint Denis, II p. 124; Joannis de Varennis Responsiones ad capita accusationum bij Gerson, Opera, I p. 925, 926. Responsiones, l.c., p. 936. Ib. p. 910ss. Gerson, De probatione spirituum. Opera, I p. 41. Gerson, Epistola contra libellum Joh. de Schonhavia, Opera, I p. 82. Gerson, Sermo contra luxuriam. Opera, III p. 924.

Het vreemde nu is, dat deze Charles de Blois, als men Froissart mag vertrouwen, een bastaard heeft gehad. "L

Als ge Chimay verlaten hebt, Chimay, waar verval en verlatenheid hunne tenten hebben opgeslagen sedert de vroolijke hofhouding der prinsen verdween; Chimay, waar op het kleine plein het standbeeld verrijst van den genialen verteller, den onnavolgbaren kroniekschrijver Jean Froissart, die in het koor der kerk den eeuwigen slaap slaapt; en als ge achter u de bosschen laat liggen, waarin nog de echo's zweven van al deze gloriën van een grootsch verleden, en de reusachtige vijvers, waarop weleer vergulde gondels dreven en waarlangs nu de eenzame reigers starend uitzien naar hunne prooi; dan ontmoet ge weldra op uw pad een zingend en murmelend beekje, waaraan men zeker ter wille van de zilveren helderheid van zijn water, den naam gegeven heeft van Eau-Blanche.

W.H.J. Weale, Hubert and John van Eyck, Their life and work, London-New York, 1908, p. 70 . Froissart, ed. Kervyn, XI p. 197. Moll, Kerkgesch. II p. 313 vg.; J.G.R. Acquoy, Het klooster van Windesheim en zijn invloed, Utrecht, 1875-'80, 3 vol., II p. 249. Th. a Kempis, Sermones ad novitios no. 28, Opera ed. Pohl. t. VI p. 287. Moll, l.c., II p. 321, Acquoy. l.c., p. 222. Chastellain. IV p. 218.

Bij H. Denifle, La désolation des églises etc. en France. Paris 1897-'99, 2 vol., I p. 497-513. Alain Chartier, Oeuvres, ed. Duchesne, p. 402. Rob. Gaguini Epistole et orationes, ed. Froissart. ed. Kervyn, XII p. 4; Le livre des trahisons p. 19, 26; Chastellain, I p. XXX, III p. 325, V p. 260. 275, 325, VII p. 466-480; Thomas Basin, passim, vooral I p. 44, 56, 59, 115; vgl.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek