United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij ging weder zitten, en Dries stond op en ging de tent uit. Het wordt mij hier te benauwd, mompelde hij. Waarvoor, bij alle duivels, heeft hij ook dat goed te eten, 't is vergift! Eenige oogenblikken bleef Frank stil zitten. Telkens hief hij het hoofd op, en keek het gezelschap aan, als wilde hij iets zeggen. 't Was op den 19en Februari van het jaar 1865, begon hij.

130 zoo maakte ik mij op uit mijne matte krachten; en zoo goede moed liep mij in het hart, dat ik begon als een frank mensch: 133 "O erbarmingsvolle zij die mij te hulp snelde, o hoffelijke gij, die zoo snel gehoorzaamdet aan de waarachtige woorden die zij u toestak!

Hoe inschikkelijker gij met dat volkje zijt, des te ondankbaarder zullen zij worden. Het bevreemdt mij, dat gij zoo zachtmoedig over hen denkt, daar zij zich aan u het ergst vergrepen hebben." "En juist omdat zij zich aan mij, Frank, Davy en Jemmy vergrepen hebben, juist daarom zijn wij met ons vieren de eenigen, die over hun lot te beslissen hebben."

En het verschiet van zorgeloosheid deinde zich weêr voor hem uit: eene eeuwigheid van rustig rijk leven naast Frank, in wien hij weêr de oude vriendschap voelde herleven, bijna opvlammend tot eene ziekelijke passie, nu dat Frank, gescheiden van Eve, zichzelven wel veel verweet, maar toch behoefte gevoelde aan medegevoel en troost, en troost en medegevoel putte uit Bertie's zacht smeltende stem.

In eene seconde prentte haar bleek, ernstig gelaat met de donkere oogen een, als van leven sidderenden, afdruk in hem af: hij zag haar geheel en al, nam haar geheel en al in zich op, als verslond hij haren aanblik in zijne ziel. Frank! sprak zij zacht, vóór hem. Hij antwoordde haar niet, rillende van aandoening, nauwelijks kunnende zien door den glans van vocht, die over zijne oogen trok.

Waarom ben je niet zelf gekomen, o, waarom ben je niet eens zelf naar ons toe gekomen! vleide zij, smartelijk verwijtend. Hij zweeg een oogenblik, zijne gedachte verzamelend, zich niet meer herinnerend. Zeg Frank? smeekte Eve. Waarom ben je zelf niet gekomen? Ik weet het niet meer! sprak hij suf. Heb je daar dan geen enkel oogenblik over gedacht? Ja, jawel! stamelde hij. Maar waarom dan niet?

Dokter Antekirrt had bij zijn bezoek te Ceuta verscheidene van die ellendelingen ontmoet, die vrij en frank door de straten van de stad zich bewogen, voornamelijk diegenen, die voor huishoudelijken arbeid gebezigd werden.

Een lange halfnaakte Arabier, een reus, sprong op dit oogenblik als een tijger op den luitenant toe en greep bliksemsnel de hand, die de revolver hield. Het schot ging af, doch zonder den kerel te raken, die een ponjaard ophief om zijn vijand te doorsteken. Gelukkig voor Frank had Dries het gevaar, waarin deze verkeerde, gezien.

Ook niet de brief aan papa, die dus de laatste schijnt geweest te zijn van de drie, die je ons schreef? Ja, knikte Frank verbijsterd. Papa joeg William weg. En ... wat woû ik je toch ook nog zeggen? God, ik weet het niet meer ... Dus je hebt ons driemaal geschreven? Ja, driemaal, sprak Frank. En wat schreef je? vroeg zij, opnieuw regelmatig zacht snikkend in hare keel.

De Roodhuiden hebben daar naar mijn karabijn gezocht. Toen was ik bang, dat zij u zouden vinden, maar zij kwamen zonder u terug, en mijn karabijn was verdwenen: daaruit begreep ik alles. Ik heb mij zoo zeker gevoeld, dat gij ons niet aan ons lot zoudt overlaten, dat ik den Grooten Wolf nog met den dood heb durven dreigen." "Dat is kras! Dat is veel gedurfd!" "Och, beste Frank!