Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Zij liepen dwars door boerke's hof; de beide stedelingen even neus-dichthoudend voor een scherp-riekende mestvaalt en kwamen weldra in een lange, prachtige beukendreef, de dreef van het kasteel. Fonske vond het niet bepaald prettig daar met zijn twee voorname vrienden te loopen.

Dat 'n hét-e zeker nie gepeisd, ? vroeg nog de jonkvrouw, met iets gelukzalig-triomfeerends in haar toon en houding. En Fonske had den moed te antwoorden: Nien ik, mejonkvreiwe, d

Een artiest mocht wel eigenaardig, maar niet schunnig gekleed loopen. Een artiest toch was een heer, en, als zoodanig, diende hij zich netjes voor te doen. Met een deel van de drie honderd vijf en zeventig frank, kocht Fonske zich nieuwe kleeren.

Lisatje hielp haar moeder in huis en in het ververswinkeltje en uit háár hand was het, dat Fonske zijn eerste "virfbakske" gekocht had. Uit den aard zelf van de betrekking, die Fonske bij Van Belleghem vervulde, moest hij er dikwijls aan huis komen. Hij gebruikte er dan ook meestal het middagmaal en als 't wat laat werd met hun werk, ook wel eens het avondeten.

Zij stond voor Fonske, geheel in 't wit gekleed, het zacht gezicht met levendige, donkere oogen warmbruin-verbrand van zonnegloed onder een gelen, strooien hoed met roode en blauwe bloemen en haar blikken weken niet van 't schilderij, dat Fonske in zijn ontzetting scheef over het gras had neergegooid.

Zijn moeder had er reeds veel en lang over nagedacht en er ook met hem over gesproken. Fonske had gedwee het hoofd gebukt: hij wist wel dat het moest. Alleen de vraag w

Hier, klonk zacht een zwak stemmetje. Ge moet binnen komen, Fons es doar weere. Maar Lisatje kwam niet. Wa steekt ze zij in heur heufd! pruttelde de moeder. Toe, Fons, goa zelve ne kier zien. Schoorvoetend ging Fonske 't tuintje in. Het was een heel klein tuintje, een paadje tusschen palmboompjes en klapbes-struiken, met aan het eind een bloemenpriëeltje.

Telkens moest moeder hem met het spijtig: "nien z' jongen, nog niet" teleurstellen. Fonske werd er droevig en neerslachtig onder. Het kwelde hem, het wierp een schaduw over zijn gansche leven: jonkvrouw Elvire zag niet meer naar hem om; jonkvrouw Elvire had hem vergeten.

Zij kregen accoord en er werd besloten dat Fonske de vier herbergwanden met waterverf-tafereelen zou beschilderen: een hertenjacht in groene bosschen, een wolvenjacht op de sneeuw en verder 't kasteel van meneer den graaf en 't kasteel van meneer den baron, ieder op zijn heuvel, met de rivier en de weilanden vol grazend vee er onder.

Fonske was heelemaal op den achtergrond geraakt en scheen om zoo te zeggen vergeten; en de groep der koewachtertjes verroerde niet, pal van spannende verwachting, dicht op elkaar getroppeld met hun vuile, naakte beentjes en hun blonde, bloote kopjes, als een trosje jonge, dichtgeplante boompjes, roerloos rechtop tierend in de glinsterende zon.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek