Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Fonske was thuis toen zij kwamen. 't Was op een grijzen November-ochtend en zij stonden daar ineens voor 't kleingeruite raampje, waardoor zij even aarzelend naar binnen keken. Toe, Fons, doe open, ze zijn daar! riep de moeder gejaagd. Fonske ging haastig open doen en de twee meisjes traden binnen.
Met den molen, 't kasteel van meneer den baron of 't kasteel van meneer den graaf gaf dat natuurlijk geen moeite; maar toen zij op een middag duidelijk Blesse herkenden, die altijd vóór de anderen in 't water ging, en, naast Blesse, al zoo duidelijk herkenbaar, Rietje Koarelkes, die er met zijn zweep achterna zat, toen voelden zij voor 't eerst een soort ontzag voor Fonske en was het als om strijd dat zij nu allen hun portret door hem wilden laten maken.
Fonske teekende en schilderde aanhoudend in zijn schaarsche, vrije uren, met trillend-gespannen hartstocht, als werkend voor een doel dat niemand anders kende; en, wijl hij de sympathie van het meisje wel voelde, zonder den aard daarvan te vermoeden, liet hij haar af en toe zijn schilderingen zien en juichte inwendig van genot, wanneer zij die, met van eerbiedige bewondering in elkaar geslagen handen "zeu scheune, o, toch zeu scheune" vond.
't Bootje werd tot den volgenden ochtend vastgemeerd en met hun druipende beesten vertrokken de koewachtertjes zingend, roepend, fluitend en zweepklappend, elk naar zijn afzonderlijke hoeve. Er waren in 't geheel zeven koewachtertjes, en onder die zeven was er een, zeer verschillend van de anderen. Dat was Fonske, het koeiertje van boer Monteyne.
Maar in zijn ontroering deed hij 't zoo onhandig, dat de verfborstel van tusschen zijn vingers wegglipte en met een spat op den grond viel. Och Hiere! kreet Fonske en haastte zich den ladder af. Daar stond hij vlak vóór zijn jonge beschermster. Vuurrood, met schuwe-schaamte-oogen, keek hij haar even aan en sloeg dan weer den blik ten gronde.
En Fonske, hoofd en hart vol van de naderende verrassing, waarvan de nachtelijke zangers hem in zijn slapelooze uren als 't ware de blijde komst aankondigden, wist wel dat het nu niet lang meer duren kon vóór het werkelijkheid zou worden.
Hij wist het, hij wist het met de volste zekerheid; en niet alleen hij, maar ook zij zelve had het gevoeld, want zij had hem gezegd: Gij keunt dat al veel beter als ik, Alfons. Alfons! Zij noemde hem nu niet meer Fonske, gelijk vroeger, maar gaf hem zijn vollen naam. Zij sprak tot hem als tot een man, en, waar zij over kunst sprak, als tot een gelijke en weldra als tot een meerdere. Een gelijke!
Van jonkvrouw Elvire kreeg Fonske af en toe nog eens bezoek. Het meisje, dat nu een mooie, jonge dame was geworden, bleef belang stellen in haar beschermeling, doch haar jeugdige geestdrift van den eersten zomer, toen ze zijn talent ontdekt had, was toch nooit teruggekomen.
Na wat heen en weer gepraat over andere dingen, kwam hij met zijn voorstel voor den dag: dat hij een jong helpertje kon gebruiken en of hij Fonske daarvoor zou kunnen krijgen. Eerst had de moeder, zoo onverhoeds gepakt, wel eenige aarzeling.
't Was ook immers wat Fonske verlangde; het eenige wat hij er bij inschoot was zijn laatste, vrije zomer; maar een jaar vroeger of later moest het toch zoo eindigen en nog eens zei moeder ja, terwijl Van Belleghem, tot sluiten van 't accoord, zijn hand uitstak en met een slag die in de hare klapte. Dat nieuws hoorde Fonske toen hij 's avonds van zijn werk bij boer Monteijne thuiskwam.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek