Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
"Als gij uzelven lief hebt, Bodé Volckers mijn beste bankier, Bodé Volckers laat dan de goederen terstond aan boord brengen," fluistert Guy, het charter wegbergend, "en breng mij een flesch wijn." "Ja, ik zal mijn orders oogenblikkelijk geven," stamelt de koopman.
Als er zulke orders zijn uitgevaardigd, kan het wachtwoord van hedenavond hem waarschijnlijk niet baten. Wat kan de oorzaak daarvan zijn? Zou het mogelijk wezen, dat men eenig vermoeden heeft van zijn tegenwoordigheid in de stad? Terwijl hij hierover nadenkt, komt Oliver binnen met een ernstige uitdrukking op zijn gelaat. Hij gaat bij Guy zitten en fluistert: "Ga mee." "Waarom?"
Ze houdt het gouden schaarken open, onbeweeglijk, met de twee lemmerpuntjes omhoog, in hare hand. Een droom, iets wijds, dat als een droom uit de verte opwolkt en een vorm wordt, ligt in de diepe wateren van hare oogen. Ze fluistert: Ik herinner mij. Ik schreef dikwijls voor deze zaak, praat Sörge onachtzaam; ik wil dien jongen uit de gevangenis krijgen.
Doch Chester zou niet heengaan, al moest het hem ook het leven kosten. "Oho! jij bent me een mooie, Bodé Volckers! Dames," hikt Guy, met een zwakke poging, om zijn rol vol te houden, "ik ga nooit voor dames loopen." "Gauw!" fluistert de oude heer.
Er is iets in me, ik weet niet wat, er zweeft iets om me, ik weet niet wat, en dat fluistert me in: vertrouw hem niet, vertrouw hem niet!... Ik kan niet begrijpen wat het is, maar ik voel het om me heen en in me. Het is als eene stem en soms is het als een oog, dat me aankijkt.
"Ik ben blij u te zien," vervolgt de Vlaming, "en toch ook weer niet." Dan fluistert hij: "Gij weet van den prijs op uw hoofd?" "Ja, ik heb het gezien," antwoordt Guy kortweg. "O, misschien in uw herberg?" "Neen, in de wachtkamer van de Citadel." "Mon Dieu! Zijt gij dan gearresteerd en ondervraagd?" brengt de schilder angstig uit.
Gij fluistert: "Balder" vreest zijn woede, Die eed'le god kent toorn noch haat, Wij eeren hier een minnaar, goede, Zijn dienst in onzer harten staat. De god wiens glans 't van zon moet winnen, Wiens trouw houdt eeuwigheden stand, Was niet voor Nanna door zijn minnen, Zoo zuiver, zoo tot gloed ontbrand?
Maar terwijl hij de biecht van den stervenden zondaar aflegt, hoort hij het geruisch van zijde naast zich en de witte kant en de oranjebloesem raken zijn gelaat aan, dat gewond is door geweerkolven, en een schoon wezen, op wier gelaat wanhoop te lezen staat maar tevens goddelijke liefde, knielt naast hem neer en fluistert tot den priester: "Niet het sacrament der stervenden, maar het sacrament van het huwelijk! met dezen man, dien ik liefheb en die mij liefheeft en die zijn leven keer op keer heeft gewaagd, om mij te komen zien.
Gij moogt den moed van een paladijn hebben, het zal u niet in rang doen stijgen, als gij geen hersens bezit. Mij dunkt, gij hebt overvloed van beide," lacht zij, de krullen van Guy's hoog voorhoofd wegstrijkend, en roept opeens opgewonden uit: "Wel, gij hebt het voorhoofd van een schaakspeler!" "Ja, het spel waarin de ridder de koningin neemt," fluistert Guy.
Chester geeft eindelijk het bevel, om van wal te steken, en de sloepen begeven zich op weg naar de Dover Lass. "Herinnert gij u onzen vorigen boottocht op deze rivier?" fluistert Guy in het oor van zijn vrouw. "De onbekende dame, die mij tot kolonel wilde bevorderen, hè?" "En heb ik niet meer voor u gedaan?" antwoordt Lady Chester née Hermoine d'Alva in zijn oor.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek