Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 oktober 2025


"We moeten tegenstemmen!" zeiden de andere oppositie-mannen. "Heeren!" zeide Don Filipo, een glimlach onderdrukkend, "ik heb het voorstel nog niet ingediend en toegelicht, dat wij jongeren hier ter tafel willen brengen. Dit groote voorstel, we zijn er zeker van dat het door 'een ieder' zal verkozen worden boven dat hetwelk onze tegenstanders kunnen uitdenken."

"Maar Doray!" viel Don Filipo in, "je weet toch wel dat Don Anastasio niet aan 't vagevuur gelooft." De oude man protesteerde: hij kende zelfs de geschiedenis ervan. Zoo kwam 't gesprek op 't vagevuur en de filosoof vertelde hoe 't geloof daaraan in de wereld was gekomen. En Doray vroeg hem, of hij dan in de verdoemenis geloofde.

Toen maakte Don Filipo gebruik van de gelegenheid en vroeg het woord. De mannen van 't behoud knipten met de oogen en gaven elkaar beteekenisvolle wenken. "Mijne heeren, ik wensch mijn begrooting in te dienen voor de feestelijkheden," zeide Don Filipo. "We kunnen die niet aannemen!" antwoordde een teringachtig oudje, onverzoenbaar konservatief.

"U weet wel dat ik 't met u eens ben," hervatte Don Filipo, half ernstig, half lachend. "Ik heb diezelfde meening verdedigd, maar wat kon ik doen tegen den burgemeester en den pastoor?" "Je ontslag nemen!" antwoordde de filosoof en verwijderde zich. "Mijn ontslag nemen," mompelde de ander, terwijl bij naar de kerk opwandelde. "Mijn ontslag nemen! "Jawel!

De zon brandde, en geen enkele dier ongelukkigen dacht eraan heen te gaan. Doray, de vroolijke gelukkige echtgenoote van Don Filipo, doolde ontroostbaar rond, in haar armen haar kindje dragend. Beiden schreiden. "Ga maar heen," zeiden ze haar, "uw kind zal koorts oploopen." "Waartoe zou 't leven als 't geen vader heeft om 't op te voeden?" antwoordde de diepbedroefde vrouw. "Uw man is onschuldig.

Zooveel donderpotten en zooveel komedie-avonden kan alleen een jongmensch verlangen, zooals de 'teniënte mayor'; die kan veel nachten achtereen opblijven en veel knallen aanhooren zonder doof te worden. Ik heb de meening ingewonnen van de bezadigde mannen en allen keuren het voorstel van Don Filipo eenstemmig af. Is 't niet zoo heeren?" "Ja, ja!" riepen jongen en ouden tegelijk.

De teniente mayor met de burgerwacht, met oude sabels gewapend, slaagden erin ze aan te houden, in weerwil van hun tegenstand. "Brengt ze naar 't stadhuis!" riep Don Filipo. "Voorzichtig, hoor, ze niet loslaten!" Ibarra was teruggekomen, en zocht Maria Clara. De vreesbevangen jongemeisjes klampten zich bleek en bevend aan hem vast. Tante Isabel bad de litanieën in 't latijn.

"Nee!" kreet een onverzoenlijke behoudsman, "ik wil niet dat hij al de eer krijgt van 't feest. Nee! laat mij, laat mij spreken!" "Don Filipo heeft ons misleid!" zeiden de vrijzinnigen. "Wij stemmen tegen! Hij is een overlooper naar de oude. Wij stemmen tegen!" De burgemeester, meer terneergeslagen dan ooit, deed niets om de orde te herstellen: hij hoopte dat men het zelf zou doen.

Weldra was ze tusschen 't geboomte verdwenen. "Wie is dat?" vroeg hij. "Een ongelukkige die gek is geworden door al het verdriet en de schrikken die ze doorstaan heeft," antwoordde don Filipo. "Ze is al vier dagen zoo." "Is 't misschien een zekere Sisa?" vroeg Ibarra belangstellend.

Eenige Spanjaarden liepen van den eenen kant naar den andere, iedereen die ze tegenkwamen toesprekend. Doch er had zich reeds een bende gevormd. Don Filipo, die begreep wat ze voorhadden, liep toe om hen tegen te houden. "U moet de orde niet verstoren!" riep hij, "morgen zullen we voldoening vragen. Men zal ons recht laten wedervaren. Ik sta u ervoor in, dat men ons recht zal doen!"

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek