United States or United States Minor Outlying Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik moet echter een enkelen van dezen hoop uitzonderen: deze was een jongeling van een schrander, doch eenigszins droefgeestig voorkomen, en blijkbaar van een zwak en teringachtig gestel.

De eerste grijs schemerende lichtstralen dringen door het venster. De lamp op de tafel brandt flauw, de olie is verteerd; al zwakker en doffer wordt haar schijnsel; eindelijk gloeit nog slechts een randje licht aan de pit. Ook dat verdwijnt, eerst aan de eene zijde, daarna aan de andere; één vonkje nog, en dan stijgt een draaiend, lichtblauw, teringachtig rookzuiltje uit het glas omhoog.

Dat mensch is korten tijd daarna van ons weggegaan, omdat ze teringachtig is geworden. Waarom trok me dat nu zoo aan? Omdat ik in oude ontwerpen van verhalen, die dateeren uit mijn vroegsten tijd, twee had gevonden, waarvan het eene nooit uitgewerkt is en het andere als het ware is een omgewerkte Geertje.

De inboorlingen, die dwaas genoeg zijn, zich geregeld geheel in europeesche kleeding te steken, worden dikwijls ziek en teringachtig, vermoedelijk doordien zij er zich door verwennen en de kleêren aanhouden, als die doornat zijn geworden of ze onvoorzichtig en op ongelegen tijd uittrekken. De vrouwen droegen bijna alle een lang, ruim kleed met bloote armen.

Toen maakte Don Filipo gebruik van de gelegenheid en vroeg het woord. De mannen van 't behoud knipten met de oogen en gaven elkaar beteekenisvolle wenken. "Mijne heeren, ik wensch mijn begrooting in te dienen voor de feestelijkheden," zeide Don Filipo. "We kunnen die niet aannemen!" antwoordde een teringachtig oudje, onverzoenbaar konservatief.

Waarde broeder!... Dat is allemaal gezanik, daar ik toch niets van begrijp. Wacht! nu zal het komen: 't Is mij voor den wind gegaan, geld ontbreekt mij niet, ofschoon ik voor mijn zaken steeds meer noodig heb... Mijn vrouw is ziekelijk, teringachtig. Zooals gij weet, stierf mijn dochtertje verleden voorjaar."

Nu en dan schijnt een schraal, waterig zonnetje een oogenblik tegen de gevels der oude burgermanshuizen van de straat der achterbuurt, waar Walten woont, maar ’t is geen zonneschijn die, weldadig verwarmend, doordringt in de vertrekken, ’t is alleen een teringachtig schijntje, een flauwe glans, die even spoedig verdwijnt als komt.

En 25 jaar later, in 1775, na het uitstekende bestuur van Rijk Tulbagh, schreef Sparrman: »Hoe groot de kolonie ook is, ze kan op 't oogenblik niet anders beschouwd worden dan als een vrij groot, maar zwak en teringachtig lichaam, waarin de cirkulatie van de handel zeer langzaam is; tussen de verder afgelegen delen en het hart of tussen het binnenland en de Kaap is er maar eens per jaar verbinding door middel van gewone wagens."