Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Och en de filosoof Tasio is ook al gestorven, en dien hebben ze op 't Chineesche kerkhof begraven." "Arme Don Anastasio!" zuchtte Don Filipo. "En zijn boeken?" "Die werden verbrand door de vromen die zoo Gode welgevallig meenden te zijn. Ik heb niets kunnen redden, zelfs niet Cicero's werken... en de gobernadorcillo deed niets om het te beletten." Beiden zwegen.
"Sinds de plundering van 't dorp door Balat heb ik nooit zoo'n nacht gezien!" antwoordt zuster Poetê. "Wat is er geschoten! Ze zeggen dat het de bende van den ouden Pablo is." "Toelisan's? Dat kan niet! Ze zeggen dat het de burgerwacht is tegen de civiles. Daarom is Don Filipo gevangen genomen." "Sanctus Deus! Ze zeggen dat er minstens vijftig dooden gevallen zijn."
Bij 't opgaan der trap werd hij vriendschappelijk ontvangen door den heer des huizes en diens jonge vrouw. Hij heette Don Filipo Lino en zij Teodora Vina. Don Filipo was de "teniënte mayor" of onder-burgemeester en het hoofd van een bijna vrijzinnige partij, als men die zoo noemen mag, en als er op de Filippijnsche dorpen partijen bestaanbaar zijn.
Als iedereen zich tot taak maakt den vooruitgang tegen te werken, dien we zoo duur koopen kan hij verstikt worden," bracht Don Filipo ongeloovig ertegen in. "De kiem verstikken...wie zal dat doen? De mensch, die zieke dwerg, den vooruitgang verstikken, dien machtigen zoon van den tijd en de werkzaamheid? Wanneer heeft hij dat gekund?
De afnemende maan begon aan de kim te blinken, en verzilverde wolken, boomen en huizen, overal lange en fantastische schaduwen werpend. "Je bent er genadig afgekomen, hoor, zoo vrijgesproken te worden, in deze tijden!" zeide Capitán Basilio tot Don Filipo. "Je boeken hebben ze wel verbrand, maar anderen hebben meer verloren." Een vrouw naderde het tralievenster, en keek naar binnen.
De pastoor is met ons meegegaan, en vertelde ons geschiedenissen van verdoemden. Hoe vind je dat? Om ons bang te maken, en zoo ons pleizier te bederven, geloof je ook niet?" De pastoor stond op, en trad op Don Filipo toe, met wien hij een levendig twistgesprek scheen te beginnen. De pastoor sprak opgewonden, Don Filipo bedaard en op gedempten toon.
Don Filipo trad op hem toe en zeide bitter: "Ik heb mijn eigenliefde opgeofferd om der wille van een goede zaak; u offert uw waardigheid als man op om der wille van een kwade en stuurt alles in de war." Ibarra zeide tot den schoolmeester: "Wenscht u iets op de provincie-hoofdplaats? Ik vertrek er onmiddellijk heen." "Heeft u er een zaak af te doen?"
Don Filipo sprak met de oude Tasio: "Wat moet ik doen?" zeide hij, "de alcalde heeft mijn ontslag aanvrage niet willen aannemen. 'Voelt u zich niet krachtig genoeg, om uw plichten te doen? vroeg hij me." "En wat heeft u hem geantwoord?"
Om de rust niet te verstoren, zeide Don Filipo niemand iets van 't gebeurde. Na 't stukje Zarzuela, dat zeer werd toegejuicht, vertoonde zich Prins Villardo, die al de Mooren ten strijd uitdaagde, welke zijn vader hadden gevangen genomen. De held dreigde ze, dat hij allen met een slag de hoofden zou afsnijden en die naar de maan zou zenden.
Bovendien, de strijd moest niet aangebonden worden tegen den burgemeester, de leus moest wezen: tegen hem die misbruik maakt van zijn macht, tegen dengeen die de openbare rust verstoort, tegen dengeen die zijn plicht verzaakt. En u zou niet alleen gestaan hebben, want 't land van nu is niet meer hetzelfde van twintig jaar geleden." "Gelooft u dat?" vroeg Don Filipo.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek