Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Ik had zooveel lust om Fabricius weer te zien, dat ik den volgenden morgen al vroeg bij hem was. Binnenkomende zei ik: "ik heb de eer don Fabricius te groeten, de bloem, of liever de champignon van den Asturischen adel." Hij begon bij die woorden te lachen. "Heb je dus gehoord, dat men mij met "don" aanspreekt?"
Zoodra Fabricius zag, dat ik was aangenomen, maakte hij een diepe buiging voor den kanunnik, een nog diepere voor de huishoudster en trok zich toen zeer voldaan terug, na me nog zacht te hebben toegefluisterd dat we elkaar zouden terugzien en dat ik daar maar moest blijven.
In afwachting daarvan moet ge mijn intendant maar volgen, die mijn orders, u betreffende, heeft ontvangen." Ik gehoorzaamde, Fabricius achterlatende met den graaf en Cupido. De intendant nam mij mee naar zijn kamer en was zeer beleefd. Hij liet een kleermaker halen, die mij een uniform moest aanmeten, zooals de officieren droegen. Daarna zei hij: "Voor uw kamer zal ik zorgen. Hebt ge al ontbeten?
"O, daar is geen gevaar voor. Ik heb een kloek besluit genomen om de muzen te verlaten: toen je hier binnenkwam, was ik juist bezig aan een vers, om ze voor eeuwig vaarwel te zeggen." "Mijnheer Fabricius, ik weet niet, of wij wel trots kunnen zijn op je eed. Je schijnt woedend verzot te zijn op die geleerde maagden." "Neen, neen, ik heb alle banden verbroken, die mij aan haar hechtten.
"O! daar heb je gelijk in," antwoordde hij, "en daar zal ik wel voor zorgen. Ik sta je in voor een goede betrekking, al was het alleen maar om een eerlijk man aan het onderwijsgeven te onttrekken." De armoede, die mij bedreigde en het voldane gezicht van Fabricius, haalde me nog meer over dan zijn redeneeringen en ik besloot dan maar in dienst te gaan.
Wij hadden er nog heel lang in kunnen zitten, als mijnheer Manuel Ordonnez den volgenden morgen niet besloten had Fabricius uit de gevangenis te halen, wat hij niet kon doen zonder ook ons mee te nemen. Deze Ordonnez was een zeer geacht persoon in de stad. Hij bepleitte onze zaak met alle kracht en overreding en door zijn invloed en die van zijne vrienden werden wij na drie dagen vrijgelaten.
Ik liet Fabricius zich er eerst op beroemen, zooveel hij wilde, dat hij mij die plaats bij graaf Galiano had bezorgd; om zijn vreugde te temperen, deelde ik hem daarna mee, met welke bewijzen van dankbaarheid die heer mijn diensten had beloond. "Maar ik vergeef den Siciliaan zijn ondankbaarheid.
Dit liet ik mij geen tweemaal zeggen, trok mij snel terug en daar ik geen lust had dien dag nog meer zieken te gaan bezoeken, ging ik naar de herberg, waar ik met Fabricius had afgesproken te komen. Deze laatste wachtte mij al. Daar wij in een stemming waren om te drinken, dronken wij een stevig glaasje en keerden later in een vroolijke stemming halfdronken naar onze meesters terug.
Ik groette hem, hij keek mij aan en zei, dat hij, hoewel mijn gezicht hem niet onbekend voorkwam, zich toch niet kon herinneren, wie ik was. Ik kwam zijn geheugen te hulp en zei, dat ik vroeger wel eens bij hem kwam toen hij een vriend van mij in dienst had, genaamd Fabricius Nunez. Hij antwoordde: "Ja, nu herinner ik het mij. Ge hebt samen wel eens streken uitgehaald!
Dat zal hem even weinig inbrengen als zijn geschrijf. Ik zie hem den een of anderen dag nog eens in ons armenhuis terechtkomen." "Dat zou wel kunnen," stemde ik toe, "de poëzie heeft er wel anderen gebracht. Mijn vriend Fabricius zou beter hebben gedaan, indien hij maar bij u was gebleven, dan zou zijn karretje nu over een zandweg gaan." "Hij zou het tenminste goed hebben," zei Manuel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek