Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Wij waren door deze woorden allen zeer verbaasd, de rollen waren omgekeerd en wij verkeerden nu in denzelfden angst als waarin wij kort tevoren Camilla hadden gebracht. Fabricius echter, hoewel bleek en ontdaan, trachtte ons te rechtvaardigen. "Mijnheer," zei hij, "wij hadden geen kwade bedoelingen er mede en daarom moet u ons dit kleine guitenstukje maar vergeven."

Op een dag, dat ik daar rondliep en een vrij dwaas figuur maakte, zooals trouwens zoovele anderen, bemerkte ik Fabricius, dien ik te Valladolid had achtergelaten, als bediende bij den administrateur van een klooster. Wat mij trof, was, dat hij zich familiaar onderhield met den hertog de Medina Sidonia en den markies de Sainte-Croise. Die twee heeren schenen met genoegen naar hem te luisteren.

"Die heeren," zei Fabricius daarop, "spraken van de Iphigenia van Euripides. De heer Melchior de Villégas, die een geleerde van den eersten rang is, vroeg aan don Jacinte de Romerate, wat hem het meest interesseerde in dit treurspel." "Ja," zei don Jacinte, "en ik heb hem geantwoord: het gevaar, waarin Iphigenia zich bevond."

Men vindt het reeds aangeheven in de zware leoninische verzen van den Cluniacenser monnik Bernard van Morlay omstreeks 1140: "Est ubi gloria nunc Babylonia? nunc ubi dirus Nabugodonosor, et Darii vigor, illeque Cyrus? Nunc ubi curia, pompaque Julia? Caesar abisti! Te truculentior, orbe potentior ipse fuisti. Nunc ubi Marius atque Fabricius inscius auri? Mors ubi nobilis et memorabilis actio Pauli?

Gil Blas ontmoet Fabricius nog eens bij toeval. Van het laatste onderhoud, dat zij samen hadden en van den gewichtigen raad, dien Nunez aan Santillano gaf. De dichter uit Asturië verwaarloosde mij maar al te gaarne, zooals men zal hebben opgemerkt. Van mijn kant had ik weinig tijd om hem te bezoeken, zoodat ik hem niet had weergezien na het geweldige dispuut over Iphigenia.

"Hoe nu, Gil Blas, veinst ge mij niet meer te kennen, of hebben twee jaar tijds den zoon van den barbier Nunez zoo doen veranderen, dat ge hem niet meer herkent?" riep hij uit. "Herinner u Fabricius, uw landgenoot en uw metgezel op school, Wij hebben zoo dikwijls bij dokter Godinez gedisputeerd over de algemeene eigenschappen en de bovennatuurlijke graden!"

Hij vroeg mij na de lezing, wat ik ervan dacht. "Ik ben," antwoordde ik, "over je proza al even weinig voldaan als over je poëzie. Je sonnet is niets dan pompeuze wartaal en er zijn in je voorrede te veel gezochte uitdrukkingen en gewrongen zinnen. Je stijl is, in één woord ongewoon; de boeken van onze goede oude schrijvers zijn zoo niet geschreven." "Arme onnoozele!" riep Fabricius.

Maar zeg mij eens, wat er van dien armen Fabricius geworden is." "Fabricius is in Madrid, waar hij zich met verschillend werk bezig houdt." "Wat verstaat ge onder verschillend werk?" vroeg hij. "Dat klinkt mij zoo dubbelzinnig."

Nu kan het wel gebeuren, dat vervolgde Zeehonden zich drie of vier minuten lang onder water ophouden; in geen geval echter zijn zij in staat hier halve uren te blijven, zooals herhaaldelijk beweerd en door velen geloofd werd. Ook Fabricius, die de bij Groenland voorkomende Zeehonden uitvoerig beschreef, gelooft niet, dat een Rob het langer dan 7 minuten onder water kan uithouden.

Er zijn vele vaders, die zulke kinderen hebben. De gierigheid en eerzucht, die zich van mij hadden meester gemaakt, veranderden mijn humeur geheel. Ik had mijn vroolijkheid verloren en werd teruggetrokken en stil. Fabricius, die merkte dat ik mij met niets anders bezighield dan met de zorg voor mijn fortuin, kwam maar zeer zelden meer bij mij.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek