Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 oktober 2025


"Vertel mij van uwe Emma," was voor hem, uit Lidewyde's mond, en voorshands waren er dan ook inderdaad geene redenen om aan die woorden eene andere beteekenis te hechten, het verzoek van eene lieve, goedhartige vrouw, die herstellen wilde hetgeen zij den vorigen avond door hare koelheid bedorven had. "Het doet mij regt veel genoegen," vervolgde zij, "dat het toeval mij met u in kennis brengt.

Sedert ik Emma heb zien omgaan met hare ouders en hare ouders met haar, ben ik versterkt geworden in mijn gevoelen dat zij een buitengemeen zachtzinnig meisje is. Zulke teêre planten willen met omzigtigheid behandeld worden." "Dat is zoo, vader, maar gij maakt u niettemin eene verkeerde voorstelling van Emma. Zij is veel flinker dan men denken zou.

Hij had dien middag op Belvedere gegeten, was daarna in het logement zijn valies gaan pakken, en stond nu, naast Emma, voor het opengeslagen venster derzelfde bovenvoorkamer, waar hij haar voor het eerst van zijne liefde gesproken had.

Doch in Emma zoo waar is het, dat de hoogste schoonheid uit eene gelukkige vereeniging van tegenstrijdige hoedanigheden bestaat, en niets daarentegen haar zoo zeer benadeelt als zich gestadig in dezelfde rigting te bewegen en telkens haar laatste woord te spreken, in Emma behaagde die krijgshaftigheid omdat zij verraste, en omdat weinig dingen ons zoo aangenaam aandoen als het ontdekken van kracht, waar wij zwakheid, of van bezieling, waar wij koelheid onderstelden.

André zou hebben willen vragen: "En Emma dan? En Lidewyde?" Doch het was duidelijk dat Ruardi met zijne stelling niets personeels bedoelde, en het zou belagchelijk geweest zijn, vond hij, aan diens woorden meer beteekenis te hechten dan waarop zij aanspraak maakten.

"Mag ik binnen komen?" vroeg een stem aan de deur, die op de gang uitkwam. "Wie is daar, wie is daar?" riepen Loulou en Emma tegelijk. "Wie ben je?" riep Cécile. "Kitty van Heusde," antwoordde de stem. "Laat mij heusch maar binnen ik kom jullie helpen." Emma opende de deur en een klein, dik meisje met een rond, prettig gezicht, trad snel binnen.

Vooral zijn vader, die hem steeds een goed hart had toegedragen en van wien hij veel vriendschap ondervonden had, moest weten, dat de schuld slechts gedeeltelijk aan hem, André, lag, en dat, al had zijn engagement nog eene poos geduurd, en al was hij ten slotte met Emma getrouwd, Emma toch nimmer eene geschikte vrouw voor hem zou geweest zijn.

Toen zij den vorigen dag op Cilly's kamer gekomen was, om voor 't eerst na den dood harer grootmoeder, de andere meisjes weer te spreken waren Cato en Emma en zelfs Loulou vriendelijk voor haar geweest en hadden een paar hartelijke woorden tot haar gesproken over haar verlies, maar Cécile was al gauw over wat anders begonnen en een poosje later hadden de meisjes samen zitten te fluisteren en te giegelen, terwijl Elsje er stil en verlegen bij zat.

Hij had hare hand durven aanraken, haar Emma durven noemen, haar durven spreken over zichzelven; en ofschoon hij nog niet wist, of gissen kon, hoe haar antwoord luiden zou, doorstroomde hem reeds nu een onuitsprekelijk gevoel van welbehagen. Was dat gevoel zwakheid? Was het kracht? Het scheen een mengsel te zijn van beiden.

Het arme volk belegerde den trotschen burcht en geen hulp was er voor den slechten ridder, die angstig werd om de macht van het gepeupel. Doch zijn vrouw, Emma van Haarlem, glimlachte en zeide: "Ik zal uw leven redden." Had hij er ooit op gerekend, dat men zijn slot zou omsingelen? Waarom had hij niet voor leeftocht gezorgd?

Woord Van De Dag

êken

Anderen Op Zoek