Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
In dien eeuwigen Sabbath zal het wezen, niet een even opgaan naar Gods tempel, maar eeuwiglijk in dien tempel daarboven verwijlen, waar het Lam zelf de kaars en onze God onze Zon zal zijn. In dien eeuwigen Sabbath zal het wezen, niet een verdeelen van uw Sabbathsruste tusschen uw ziel en uw gezin, maar eeuwiglijk in het groote Vaderhuis genieten met de volle harmonie uws harten.
88 zeg mij, of onder degenen, die daar binnen zijn, een Latijner is, zóó waarlijk moge de nagel u eeuwiglijk volstaan tot dit werk." 91 "Latijners zijn wij, die hier aldus beiden gebroken ziet," antwoordde de ééne weenende: "maar gij, wie zijt gij, die naar ons vraagdet!" 94 En de Gids zeide: "Ik ben één, die nederdaal met dezen levende van rots-rand tot rand, en vermeen dezen de Hel te toonen."
Niemand is waardig bemind te worden. Het feit dat God de menschen bemint, bewijst ons dat het in de goddelijke orde der ideëele dingen geschreven staat dat eeuwige liefde zal gegeven worden aan wat eeuwiglijk onwaardig is. Liefde is een sacrament waaraan men knielend behoort deel te nemen, en "Domine, non sumdignus" behoort op de lippen en in de harten te zijn van hen die het ontvangen.
October 1915. N. v. Nadat de ervaring mij geleerd had, dat al wat zoo in het gewone leven voorkomt ijdel en nietig is, en ik inzag dat alles waarvoor en wat ik vreesde niets goeds noch kwaads bevatte, tenzij alleen voor zoover mijn gemoed er door bewogen werd, besloot ik eindelijk te onderzoeken of er ook iets bestond dat een waarachtig goed was, dat men deelachtig zou kunnen worden en waardoor alleen, met verwerping van al het overige, de ziel kon worden vervuld; kortom, of er iets bestond waardoor ik, wanneer ik het gevonden en bereikt had, een gestadige en hoogste blijheid eeuwiglijk zou genieten. Ik zeg dat ik hiertoe "eindelijk besloot"; op het eerste gezicht immers scheen het ongeraden terwille van een vooralsnog onzekere zaak iets zekers te laten varen: zag ik toch de gemakken welke door eer en rijkdom verkregen worden en dat ik genoodzaakt zou zijn van het streven daarnaar af te zien, indien ik ernstig werk wilde maken van iets nieuws. Zoo misschien het hoogste geluk in hèn lag, dan zou ik dit ik zag dat duidelijk in moeten missen. Lag het evenwel nìet in hen, zoo zou ik, indien ik toch naar deze zaken streefde, ook d
Niet voor goud of zilver, maar door het bloed des onstraffelijken en onbevlekkelijken Lams vrijgekocht uit de slavernij van Satan, zijt ge nu uit zijn diensthuis uitgeleid, niet om voortaan uw eigen heer en meester te wezen; maar om eeuwiglijk knecht van God en lijfeigene van Christus te zijn en te blijven. Tevens kind, o, gewisselijk, en daarom vrij van Satan; maar nooit vrij van uw Heere.
Van die kronen zingen de gezaligden, »dat ze al hun kronen nederwerpen voor het heilig Godslam«. Want Hem, die de doornenkroon om hunnentwil zich op de bloedige slapen liet drukken, Hem komt van elk zijner verlosten die kroon der eere toe. Maar dan is er nog een derde kroon, »de kroon des levens«, de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid, en die kroon zullen al Gods geroepenen eeuwiglijk dragen.
Zijn het woorden? is het een zingen? Duidelijk klinkt het: „Serpentina, het geloof aan u, de liefde heeft mij de ziel der natuur ontsloten! De lelie bracht gij mij, die uit het goud, uit de oerkracht der aarde kiemde, nog aleer Phosphorus de gedachte ontstak, zij is het begrip van de heilige harmonie aller wezens en door dit begrip zal ik eeuwiglijk leven in opperst geluk.
Wat duivel durft die Vlaming dit in onze tegenwoordigheid zingen?" Schoon Jan Breydel deze woorden gehoord had, ging hij niet min in zijn gezang voort, zelfs verhief hij de stem alsof hij de Fransen trotsen wilde: "Maar wat betekent dit gezang dat zij eeuwiglijk in de mond hebben?" vroeg Leroux aan een Vlaming uit het slot, die bij hem zat.
Gij zijt de moeder van deez’ liederkrans: Gij hebt dien met uw zonneblik geschapen In ’t zwarte hart; zoo ’t glanst, ’t is door úw glans. Met úwe bloemen krans ik u de slapen, Uw eigen schepping leg ik om uw hoofd: Zoo zij uw naam voor eeuwiglijk geloofd!
Ik zie iets van God elk uur van een etmaal en elk oogenblik van een uur, In de gezichten van mannen en vrouwen zie ik God en in mijn eigen gezicht in den spiegel, Ik vind brieven van God in de straten en elke brief is geteekend met Gods naam, En ik laat hen waar zij zijn, want ik weet dat waar ik ook ga, Ik anderen zal vinden eeuwiglijk en eeuwiglijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek