Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Kestner en Lotte, hoe zeer ook voldaan met zijn vertrek, waren geheel van hem vervuld en ze lazen en herlazen zijn korte briefjes met betraande oogen. Om hen heen speelden de kinderen die telkens hun kameraad misten en dan angstig herhaalden: Doctor Goethe is weg. Ik dwaal in woestenijen, waar geene wateren zijn; mijne haren zijn mijn dak en mijn bloed is mijn bron......

Als ik denk aan den kring, Die me als broeder ontfing, Aan de schaar mijner bloeiende vrinden, Nu ter ruste geleid, Of verwelkt en verspreid, Als het najaarsgeblaârt op de winden: O, dan is 't of ik dwaal Door de feestlijke zaal, Nog zoo straks door de vreugde beschenen, Waar geen luchter meer blinkt, Waar geen beker meer klinkt, En de gasten, op mij na, verdwenen!

Ba! zeide de kapitein, ik ril als ik er aan denk. Maar ik dwaal van de tarantula af. Enkel in den zomer leeft de tarantula, als ik mij zoo mag uitdrukken, want van October tot in de lente verkeert zij in een staat van verdooving of winterslaap. Zij stopt de opening van haar hol dicht met een bal, dien zij op dezelfde manier maakt, als den rand rondom den ingang.

Dat gevoelige zintuig was nu gesloten voor deze, en misschien geopend voor hemelsche klanken. Zou het nu voldoening smaken, dat fijne gevoel voor het schoone? Ik heb toen de viool in de bordpapieren doos gelegd, om ze mede te nemen als een aandenken, en zoo staat zij daar, stoffig als de herinnering aan dingen, die niet meer zijn. Maar, waar dwaal ik heen!

Waarom zou ik bevreesd zijn? Gesteld dat ik dwaal, en dat er hiernamaals iets is, kan ik het dan helpen dat ik niet geloof? Wat heb ik gedaan, om bevreesd te zijn? Zoover ik weet, heb ik nooit opzettelijk iemand leed gedaan, en als ik kon gelooven, zou ik het doen. Ik wenschte dat ik maar gestorven was," ging zij hartstochtelijk voort; "dan was nu alles uit.

Hoe het in hunne harten is weet ik niet; maar ik dwaal dikwijls in verbeelding en in werkelijkheid rond en bezoek de plaatsen die wij te zamen zagen, en herinner mij menig genoegelijk uur, en menig vertrouwelijk gesprek, en menige vurige betuiging en openhartige belijdenis.

'k Vang van ver den horenschal, 'k Hoor de vlugge brakken bassen, Die in 't boschrijk heuveldal 't Opgeschrikte wild verrasschen. Somtijds dwaal ik, voet voor voet, Langs de bonte meidoornhagen, Door twee oogjens gâgeslagen, De Oosterpoorte te gemoet, Waar de zon, in purpergloed Tusschen bontgekleurde wolken, Opvaart uit de glazen kolken.

Op het kasteel aangekomen, treedt mijn meester in eene zaal met de gravin, en geeft mij vrijheid om in de dreve en in den tuin te wandelen, totdat hij mij doe roepen. Ik dwaal schier een half uur onder het hooge geboomte en nader tot eenen muur, waarachter ik juichende stemmen hoor van jonge meisjes of van kinderen, die zingen en spelen en lachen.

Goedroen behoort aan hem en ik ben van Goenther. Een booze Norn schiep die eeuwige ellende." Toen Goedroen met Siegfried ter ruste was gegaan en deze zijn mooie vrouw omhelsde, ging Brunhilde vol gramschap in de duisternis van den avond op de windkoele bergen. En zij sprak in zichzelf: "Zonder vreugde dwaal ik rond, en als ik vermoeid ben moet ik zonder vrienden rusten."

Doch stil! mij dunkt, te verre dwaal ik af, Mijn luttel doen zoo roemend; o, vergeeft, Elk prijst, is hem geen vriend nabij, zichzelf. MARCUS. Nu is 't aan mij, te spreken. Ziet dit kind; Aan dezen knaap schonk Tamora het leven; De telg is 't van een godvergeten Moor, Den hoofdontwerper, smeder dezer jamm'ren. De booswicht is in Titus' huis nog levend, En moet getuigen, dat dit waarheid is.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek