Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
De wilde ganzen hadden dien heelen avond heen en weer gevlogen, gezocht en geroepen; maar ze konden Duimelot niet vinden. Ze gingen door met zoeken, lang nadat de zon was ondergegaan, en toen het eindelijk zoo donker werd, dat ze moesten gaan slapen, waren ze heelemaal moedeloos.
De ganzerik had hem verteld, dat de wilde ganzen, zoodra ze gemerkt hadden, dat Duimelot verdwenen was, bij de kleine dieren in 't bosch naar hem hadden gevraagd. Ze hadden al gauw gehoord, dat een troep kraaien uit Smaland hem hadden meêgenomen. Om den jongen zoo gauw mogelijk te vinden, had Akka bevolen, dat de ganzen twee aan twee verschillende kanten uit zouden vliegen, om hem te zoeken.
Toen zei Mijnheer Ermerik: "Ik voor mij, Duimelot, geloof, dat je hier op 't strand in slaap gevallen bent, en dat alles gedroomd hebt. Maar ik wil je wel vertellen, dat Bataki, de kraai, die de geleerdste van alle vogels is, me eens heeft verteld, dat hier aan dit strand vroeger een stad heeft gelegen, die Vineta heette.
Zoodra Duimelot zei, wie hij was, boog zij den hals heel gracieus voor hem, en zei met een stem, zóó mooi, dat de jongen niet kon gelooven, dat het een gans was, die sprak: "Ik ben heel blij, dat je hier gekomen bent om me te helpen. De witte ganzerik heeft me gezegd, dat niemand zoo goed en zoo verstandig is als jij." Ze zei dat met zooveel waardigheid, dat de jongen heel verlegen werd.
En nu geloof ik, Duimelot, dat het me gelukt is je een grooten dienst te bewijzen. Ik heb een boodschap gestuurd aan den kabouter, die je heeft betooverd. In 't begin wou hij er niet van hooren om je weer beter te maken, maar ik heb hem de eene boodschap na de andere gestuurd, en hem laten zeggen, hoe goed je je bij ons gedragen hebt.
De raaf had gezegd, dat hij er wel over had gedacht, dat hij Duimelot een vergoeding schuldig was, omdat hij hem niet had kunnen vertellen, waar het broederdeel was, en daarom kwam hij nu om een ander geheim meê te deelen, Bataki wist namelijk hoe iemand, die betooverd was, zooals hij, weer een mensch kon worden.
Op een morgen, toen Gorgo in zijn gewone dofheid verzonken zat, hoorde hij, hoe iemand hem riep beneden op den grond. Hij was zoo soezig, dat hij nauwelijks in staat was zijn oogen naar beneden te richten. "Wie roept me daar?" vroeg hij. "Maar Gorgo, herken je me niet? Ik ben Duimelot, die met de wilde ganzen rondvloog."
Ze werd op eens gebogen en grijs, en ze wankelde onder 't loopen, alsof ze zich bijna niet meer verroeren kon. En ze werkte niet meer. Ze wilde de hoeve niet meer verzorgen, maar liet alles vervallen. Ze onderhield het huis niet meer, en ze verkocht de ossen en koeien. Het eenige, wat ze behield, was de oude koe, die nu met Duimelot stond te praten.
"Ik zou je heel graag helpen met wat je me vraagt," zei hij, "maar ik ben door mijn belofte gebonden." En nu vertelde hij op zijn beurt aan den arend, hoe hij gevangen was geweest, en dat Klement Larsson de Schans had verlaten, zonder hem zijn vrijheid te geven. Maar de arend wilde in geen geval zijn plannen opgeven. "Luister nu, Duimelot!" zei hij.
"Ik ben het, die Duimelot wordt genoemd, en ik reis rond met de wilde ganzen," zei de jongen. "Heb je nooit van mij gehoord?" "Nu en dan hebben de musschen wel over je getjilpt," zei de hond. "Je schijnt groote dingen te hebben gedaan, zoo klein als je bent." "Tot nu toe gaat het tamelijk goed," zei de jongen. "Maar nu is het met mij gedaan, als je me niet wilt helpen. Een vos zit me op de hielen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek