Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Net een spiegel! Als hij er eens in keek, dan zou hij toch eens goed kunnen zien, dat hij geen varken was. Juist was hij bezig met kijken, toen een kweekeling kwam om zijn strafregels te zien. Hij had er nog niet één. "Nu, Douwes, dan komen er vijfentwintig bij, heeft de bovenmeester gezegd!" zei de kweekeling en ging heen.

Als Multatuli met de Max Havelaar geen onmiddellijke verbeteringen en hervormingen ten bate van den Javaan en geen schitterende rehabilitatie van Douwes Dekker kan verkrijgen, wordt uit den kolonialen profeet, de Hollandsche hervormer geboren. In het staatkundige maatschappelijke en geestelijke leven van zijn volk vind hij den grond van 't Indisch wanbestuur.

"Wel neen, dat hoeft ook niet! Het is nog maar half tien. Je trekt je kleeren uit en laat ze drogen. Anders zit er niet op!" zei George. Douwes begreep, dat dit nog het beste was, en zijn kleederen uittrekkend, wrong hij die eerst uit en legde ze toen te drogen. Gelukkig was het zomer, en toen hij ze kwartier voor twaalven weer aantrok, kon men er bijna niets meer van zien.

Pels hoorde het; roeide er heen en nam Douwes in zijn schuitje. George en Huibert liepen hard weg, en zagen uit de verte toe wat de Baviaan Douwes toch wel doen zou. Maar hij deed hem niets. Hij roeide eenvoudig naar den wal, zette Douwes op den kant en zei alleen: "Wees voortaan voorzichtiger, manneke, als je bij de sluisdeuren gaat visschen, in plaats van naar school te gaan, zooals je moet!"

Dat zij dezen strijd zoo spoedig mogelijk zullen aanbinden, daarvan zal ieder verzekerd zijn, die vele der flinke vrouwen hier heeft leeren kennen en waardeeren. Tijdens mijn verblijf in Sindanglaja vond ik op de leestafel in het hotel aldaar "het Tijdschrift", een maandblad, dat sedert korten tijd hier in Bandoeng uitgegeven wordt, onder de bekwame leiding van den heer Douwes Dekker.

In deze ongelukkige residentie heeft een bewonderenswaardig man gediend, en zijn geest, die het goede zocht, waagde zich aan een ongelijken strijd, waarin hij niettemin overwinnaar bleef. Men heeft mij eenige dagen geleden te Rangkas Betoeng het huis laten zien, waarin Multatuli woonde. Douwes Dekker was vijf-en-veertig jaren geleden assistent-resident van Lebak.

"Ik heb in het gras gerold en het is gras," bromde Douwes, doch vader verstond geen gekscheren en ging na afloop van het eten naar school. Juist toen ze den hoek van de Vinkestraat, waarin de school stond, insloegen, liepen ze bijna den Baviaan tegen het lijf. "Hei, hei, Vlinder, je loopt me haast omver! Man, wat heb je een haast!" zei Pels, die Vlinder goed kende. O, wat werd Douwes benauwd!

Het was etenstijd en Douwes ging op zijn gewone plaats naast moeder zitten. "Wat is er toch een rare lucht in huis!" zei ze en keek overal rond of ze ook wat zag. "Ik ruik niemendal!" antwoordde vader. "En ik ook niet!" zei Douwes. "Net modder! Heb je soms op straat in de modder getrapt?" vroeg moeder weer en zag haar zoon aan.

Het lijkt wel of het roeiriemen zijn! En wat zwaait hij met zijn armen! Het is of hij aanstonds op den hol zal gaan! Dat is een gekke vent! Zie je hem wel, Douwes?" "Och, jij met je geschreeuw, zwijg toch! Straks poetst die oppasser met zijn lederen helm en sabel op zijde, ons nog weg! Wat zeg jij er van, Huibert?" "Wat ik er van zeg? Dat er hier voor ons toch zooveel niet te zien is.

Of is hij niet leelijk genoeg?" riep Douwes en ging weer verder. "Grootvader net een baviaan, omdat hij zoo leelijk is! Wel, dat heb ik nog nooit gezien! Ik vind hem zelfs wel mooi, en.... hij is toch zoo goed, o, zoo goed," sprak het kind in zichzelf. Ze begreep er niets van, en het is geen wonder, dat ze bij grootvader terugkomend, hem, heel onschuldig, dadelijk alles vroeg.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek