Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
"Baviaan, leelijke baviaan!" riepen ze nogmaals. Eén der jongens kende ze wel. Het was Douwes Vlinder, die vroeger ook in de Turflaan gewoond had; maar wie de twee andere waren, dat wist ze niet. Ze had hen nooit gezien. De oude Pels deed net, alsof hij niets gehoord had en ging met Leentje verder de kermis op. Toen ze weer thuis waren, vroeg Leentje: "Maar, grootvader, wat is een baviaan?"
Niet alleen zijn stijl heeft hij in de afzondering der tropen gevormd, ook zijn denkbeelden gaan onder invloed van de Europeesche denkers en schrijvers der romantiek hoe langer hoe meer afwijken van de in Holland gangbare. Dat proces heeft zich geleidelijk voltrokken; alles werkt mede om van den jongen Douwes Dekker een typisch vertegenwoordiger der romantiek te maken.
Vader had er niets tegen, en zie, den ganschen middag stond Douwes bij het varkenshok met de lei in de handen; want ledig staan mocht hij niet. Honderdmaal moest hij keurig netjes op de lei schrijven: Soort zoekt soort! Douwes had er in het eerst niet veel lust in; hij legde zijn lei op den grond en begon de varkens te bekijken. "Ben ik dan een varken?" bromde hij.
Nog vonden wij als Kapiteins van het Friesche Collegie genoemd: Reinier Sickema of Sekema, Andries Douwes, Andriaan Hens Kleintje, Jan Jans Vijselaar, Jacob Binckes, Pieter Feijkes Eijkema, Wijtze Beijma, Yde Hijlkes Kolaart, wiens schip Westergoo in 1672 verbrandde; Hendrik Jans Camp, van wien de Jonge, II a 78, een dapper bedrijf vermeldt, enz.
Uwen Dienstwilligen Dienaer en oprechten vrund Jan Douwes de Beer. De Prins las den brief en de ingesloten akte, waarvan wij alleen den inhoud willen mededeelen.
Te Gent zag men hem, ter gelegenheid van het negende Letterkundig Congres, in het voorportaal van den schoonen schouwburg, op een Augustusavond van 1867 in zijn licht reiscostuum hij was uit Zwitserland overgekomen terwijl hij met hartelijkheid de hand drukte van E. Douwes Dekker, die hem kort te voren in een vlugschrift zijne hulpvaardigheid bij het uitgeven van den "Max Havelaar" als een misdrijf voor de voeten had geworpen.
"Ik zie iemand met een wollen muts op. Op die wollen muts is een kwastje, en onderaan een randje van rood, wit en blauw. Wie zou dat zijn, Douwes?" zei hij. Douwes keek ook om en zag den man, dien hij had uitgescholden, en van wien hij een klap om de ooren gekregen had, ook staan.
Daartoe had de oude man ook overvloed van tijd; want Douwes, die, door goed leeren en goed oppassen, meesterknecht in een groote smederij werd en goed geld verdiende, wilde niet hebben, dat de brave man, die hem eigenlijk gelukkig gemaakt had, op zijn ouden dag moest werken voor den kost.
Maar kijk eens, vader, Douwes heeft kroos in zijn haar zitten en aan een knoop van zijn jas ook!" hervatte moeder. Douwes wilde een nieuwe leugen verzinnen; maar eer hij daartoe kwam, zei vader: "Waarom zit je zoo te jokken, kwajongen? Je hebt in de sloot gelegen! Kijk maar, het eendenkroos zit nog in je haar. Spreek op, hoe komt dat?"
"Dat is een groote, leelijke aap!" was het antwoord. "Maar was er dan bij die kraam een baviaan? Ik heb er geen gezien!" "Och, dat riepen die jongens maar om iemand uit te schelden!" was het antwoord, en hij zei er verder maar liever niets van. Den anderen dag ging Leentje in den vroegen voormiddag een boodschap doen. Daar zag ze Douwes loopen en dadelijk dacht ze weer aan den baviaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek