Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Het purperrood gezicht van den ouden, mageren Dons was glimmend als met olie overstreken en zijn kleine varkensoogjes waren zóó dicht toegeknepen dat men ze nog slechts als twee donkere flikkerstreepjes onder de rood-gezwollen oogleden zag.
Dadelijk komt de jager of liever de koopman, plundert het nest en het wijfje gaat weder aan het werk; dat duurt zoo lang, als zij nog dons heeft. Als zij zich geheel kaal heeft geplukt, trekt het mannetje op zijne beurt zich de veeren uit.
Er gaat een zachte deining door het veld van dons; tegelijk steken zich daaruit de honderden groote snavels omhoog. Die klapperen onhebbelijk open en dicht bij het toesnateren van den ploertigen eendengroet aan de in luister verschijnende dagkoningin.
Na de vele, vermoeiende en vervelende, maar gelukkig niet langdurige beslommeringen van overname en inrichting, betrokken zij eindelijk in het begin van Januari hun dierbaar hoevetje; en dadelijk daarna, op Driekoningen-avond, had de "overhaal-feeste" plaats. Alfons en Rozeke hadden de gelukkige kans getroffen bijna alles van boer Dons, den vorigen pachter te kunnen overnemen.
Stelselmatig werden de huizen uitgeplunderd; enkele soldaten maakten zelfs gemeene zaak met het gespuis, dat den brand had helpen verspreiden. Gedost in prachtige pelzen zelfs in damesmantels van dons en hermelijn kon men de mannen de eerste dagen langs de straten zien dolen.
Doch, mort niet, gij, die met weinige stuivers uwe reize moet vervolgen. Wordt niet moedeloos, brave reizigers van den middelrang. En gij gij vooral geeuwt niet, die daar makkelijk in het dons wordt gewiegd. Ziet gij hebt niets dat u hindert; ziet, ú juist valt het zooveel lichter uw geest te verheffen. Waarom verveelt gij u?
Als er lichte strepen door de veeren loopen, zijn ze beschadigd en de afzonderlijke veertjes zullen op die plaatsen licht afbreken. De kiel mag niet te dik, maar moet wel veerkrachtig zijn, en de afzonderlijke veertjes moeten dicht naast elkaar langs de kiel staan en met dicht dons zijn bedekt. Ook op den graad van witheid moet bij de veeren worden gelet.
"Ziet gij, Izaäk," zei Front-de-Boeuf, "de rij ijzeren staven boven die gloeiende houtskolen? Op dat heete bed zult gij liggen, van al uw kleederen ontbloot, alsof gij op een bed van dons moest liggen.
Gedoog, dat aan die sneeuw mijn wang zich koele, En dat mijn lippen ’t warme dons beroeren, En dat ik dan nog eens mijn straf gevoele! Gij weet, die straf, toen ik mij liet vervoeren, En in het kussen uwer hand volhardde, Toen gij met de andre door mijn lokken warde’.
"'n Speuk! 'n woarachtig speuk! En hé-je 't gezien, boas Dons? riep Rozeke. "Lijk of ik òù zie!... moar loat mij ne kier veurt vertellen." Goed, 't speuk den bosch in en Koarel-Sies mee zijn vurke doar achter. Ik vliege zeu zier of da 'k kan toe an 't hofgat en 'k roep uit al mijn macht! "Koarel-Sies! Koarel-Sies! gie dwoaze loeder, komt toch weere!" Moar 't spel was al verbrod en 't was te loate.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek