United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij ziet altijd even ~stuursch~. Is hij daarbij ruw in den omgang, mort en gromt hij, om zijn ontevredenheid of kwaadheid te luchten, dan gebruikt men ~norsch~. Hij behandelt zijn bedienden altijd even ~norsch~.

In La mort du duc Philippe, mystère par manière de lamentation ziet hij zijn hertog verbeeld als een flesch vol kostbare zalf, die aan een draad uit den hemel hangt; de aarde heeft die flesch aan haar borsten gezoogd. Schoonheidsinspiratie is hier zoek; het is spelend en valsch vernuft, een uitgeputte geest, die nieuwe bevruchting wacht.

"Men behoeft geen toovenaar te zijn om zulk een antwoord te geven," zeide Reinout, en zijns makkers plaats innemende, vroeg hij, of hij de schoone zangster zou leeren kennen, wier maatgeluid hem verrukt had, en bekwam het navolgend orakel: "De Sirènes le chant plaira; Mais male mort s'en suivera."

Na den middag zag ik verder, de stad doorwandelende, op sommige plaatsen onderscheidene oudheden, en sommige langs de straten in de muren van de huizen gemetseld. De arenden, waarvan men 'er verscheide ziet, zijn genoegzaam levensgroot van wit marmer, keurig gewerkt, hebbende een festoen loofwerk in den bek gehad, want de koppen zijn van alle afgeslagen; en in dit, zoo wel als in andere opzigten, zijn zij elkander gelijk, zoodat, als men 'er een gezien heeft, heeft men ze alle gezien; zij hebben waarschijnlijk gediend tot sieraad van hetzelfde gebouw, en zijn onder de puinhoopen van het oude Nemausus (Nismes) gevonden. Op de plaats van het Stadhuis ziet men ook zoo een arend. Dat gebouw is ook bezienswaardig; maar het geen ik vreemd vond, is, dat 'er boven in een groote zaal verscheidene opgevulde krokodillen, waar onder die al vrij groot waren, aan den zolder hingen, omdat zulk een dier tot het wapen van de stad behoort . Onder sommige derzelve leest men, wie 'er de gevers van zijn. Ter plaatse waar thans de Hoofdkerk, een oud Gothisch gebouw, staat, meent men dat voorheen een tempel stond, aan Keizer Augustus gewijd; want men had, zoo als gij weet, dien Vorst in den rang der Goden of Halve-Goden geplaatst . Deze meening is gegrond op de oudheden, die men hier gevonden heeft. Men was druk bezig met deze Kerk optemaken, en 'er werden schoone marmeren platen en diergelijke versierselen toe gebruikt. Ik zag 'er ook in een Kapel, aan de regterhand, als men de groote deur inkomt, een fraai, doch eenvoudig gedenkteeken van wit marmer, en las op hetzelve: Ci git F. J. de Pierre de Bernis Cardinal-Evêque de la S. E. R. & mort

Mon coeur s'est en éclats brisé comme du verre, Et ma chambre est le cimetière sont enterrés les morceaux De ce qui t'aima tant naguère. Entre nous maintenant, n-i, ni- c'est fini, Je ne suis plus qu'un spectre et tu n'es qu'un fantôme, Et sur notre amour mort et bien enselevi, Nous allons, si tu veux, chanter le dernier psaume.

Monseigneur, zegt de bisschop : naar waarheid dood is hij wel, want hij is oud en gebroken, en kan niet lang meer leven. Déa! zegt de hertog, dat vraag ik niet, ik vraag of hij is "mort de mort et trespassé". Ha! monseigneur, zegt de bisschop weer , hij is niet gestorven, maar aan één kant verlamd, dus hij is zoo goed als dood.

De beschrijving, hoe Tristan, als nar vermomd, na zijn huwelijk naar Tintagel terugkeert, om Isolde nog eenmaal te zien, is eene toevoeging uit andere bron; dit feit wordt slechts vermeld in twee episodische gedichten, in het werk van Eilhart von Oberge en in den proza-roman. "Iseult ma drue, Iseult m'amie, En vus ma mort, en vus ma vie."

Nergens is de praktische bestemming van het kunstwerk zoo overwegend als bij het grafteeken, waaraan de beeldhouwkunst van dien tijd haar werkzaamheid bij uitstek vond. En niet alleen de beeldhouwkunst: de hevige behoefte aan een zichtbaar beeld van den gestorvene moest ook reeds bij de begrafenis bevredigd worden. Soms werd de doode voorgesteld door een levend mensch: bij den lijkdienst voor Bertrand du Guesclin te Saint Denis verschenen vier geharnaste ridders te paard in de kerk, "representans la personne du mort quand il vivoit". Een rekening uit 1375 vermeldt van een lijkplechtigheid in het huis van Polignac: "cinq sols

Laten we daarom ons gewicht niet te zwaar maken: 't volk mort al. Ik denk er zoo over als jij: laten de anderen daar ginds hun eigen zaken regelen, laten wij het prestige zien te houden dat ons rest. En aangezien we spoedig voor God zullen verschijnen, moeten we ons van alle zonden schoonmaken... De barmhartige God hebbe deernis met onze zwakte!"

Ivanhoe maakte een kruis, en zei gebeden op in het Saksisch-Latijn, of Normandisch-Fransch, zooals ze hem voor den geest kwamen, terwijl Richard beurtelings "Benedicite!" riep en "Mort de ma vie!" vloekte.