United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men maakte op hem het volgende grafschrift: Ci git un petit saint qui n'est pas du commun; Il a porté trois noms, et n'en laissa pas un. Omstreeks zeven uren kwamen wij te Tonnère: heden hadden wij 13 1/2 post afgelegd, en hielden hier ons nachtverblijf.

Na den middag zag ik verder, de stad doorwandelende, op sommige plaatsen onderscheidene oudheden, en sommige langs de straten in de muren van de huizen gemetseld. De arenden, waarvan men 'er verscheide ziet, zijn genoegzaam levensgroot van wit marmer, keurig gewerkt, hebbende een festoen loofwerk in den bek gehad, want de koppen zijn van alle afgeslagen; en in dit, zoo wel als in andere opzigten, zijn zij elkander gelijk, zoodat, als men 'er een gezien heeft, heeft men ze alle gezien; zij hebben waarschijnlijk gediend tot sieraad van hetzelfde gebouw, en zijn onder de puinhoopen van het oude Nemausus (Nismes) gevonden. Op de plaats van het Stadhuis ziet men ook zoo een arend. Dat gebouw is ook bezienswaardig; maar het geen ik vreemd vond, is, dat 'er boven in een groote zaal verscheidene opgevulde krokodillen, waar onder die al vrij groot waren, aan den zolder hingen, omdat zulk een dier tot het wapen van de stad behoort . Onder sommige derzelve leest men, wie 'er de gevers van zijn. Ter plaatse waar thans de Hoofdkerk, een oud Gothisch gebouw, staat, meent men dat voorheen een tempel stond, aan Keizer Augustus gewijd; want men had, zoo als gij weet, dien Vorst in den rang der Goden of Halve-Goden geplaatst . Deze meening is gegrond op de oudheden, die men hier gevonden heeft. Men was druk bezig met deze Kerk optemaken, en 'er werden schoone marmeren platen en diergelijke versierselen toe gebruikt. Ik zag 'er ook in een Kapel, aan de regterhand, als men de groote deur inkomt, een fraai, doch eenvoudig gedenkteeken van wit marmer, en las op hetzelve: Ci git F. J. de Pierre de Bernis Cardinal-Evêque de la S. E. R. & mort

Haar antwoord is van dien aard, dat het den stoutmoedigen man naast haar bijna doet beven. Zij zegt achteloos: "Het is het beste, dat gij mij naar de Citadel brengt." "De Ci ta del?" stamelt Guy. "Ja, Sancho d'Avila, de gouverneur, zal het zich tot een eer rekenen, mij vannacht nog te verwelkomen." "Kunt gij dan de schildwachten passeeren?

Medars kerk, het volgend zonderlinge grafschrift, dat op hem gemaakt is: "Ci git Jean le Menestrier, l'An de sa vie soixante dix, Il mit le pied a l'étrier, Pour s'en aller en Paradis." . Door den aanhoudenden regen verhinderd wordende, om mijne wandelingen buiten voorttezetten, moest ik die tot de stad zelve bepalen.

»Ziedaar wat ik mon cher ami zelf heb gezegd," viel de graaf in, »nu hij zich eens tegen mijn raad aan in dat gezelschap gefourvoyeerd had, moest hij zich wijselijk den aftocht gemenageerd hebben. Hij had beleefd, hij had althans voorzichtig moeten zijn, par ci, par l