Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


"Sein den Luitenant-admiraal Meppel aan boord," zeide hij tot Klaas Dirksz, die zijn post aan het roer niet had verlaten, ofschoon de kogels om zijne ooren floten. Onze Pieter bevond zich met de timmerlieden beneden, om zooveel mogelijk ieder lek, dat er geschoten werd, te herstellen.

Hier treedt u een Luitenant Leepoog tegen, en daar de makelaar Laurens het houten aangezigt. Hier ontmoet gij een deftig poorter, dien ge als Jonge Jan Doet er niet toe hoort aanspreken; elders is het de eerzame Dirk Dirksz, die, om hen van een anderen dubbelen Dirk te onderscheiden, den sierlijken toenaam draagt: »Zoon van bezeten Lijsje!"

Hij hoopte maar, dat de Balkenendes eerder zouden komen; dan konden die hem over de schutting helpen of bij baas Gerritsz zijne voorspraak zijn. Intusschen was men bij den pruikenmaker ook niet weinig in ongerustheid. Toen de kerk uit was en allen thuis waren, keek baas Dirksz verwonderd op, dat Pieter nog niet thuis was.

"Achttien jaren, Uwe Hoogheid," antwoordde Pieter. "Dan ben je mij vooruit," hervatte de Prins. "En ik hoor, tot mijn genoegen, dat mijnheer de Luitenant-admiraal over je tevreden is." "Wie zou niet oppassen, als hij zulk een voorbeeld voor oogen heeft, als onzen Luitenant-admiraal!" zeide Pieter. "Daarin heb je gelijk," antwoordde de Prins. "En hoe vaart je oom, de stuurman Klaas Dirksz?"

Spoedig had hij hier andere kennissen gekregen, en zou men dus veronderstellen, dat hij Pieter Dirksz en al wat er gebeurd was vergat. Maar neen niet lang nadat Pieters voet hersteld was, kwam hij hem tegen, en begon hem te schelden voor "klikspaan" en al zulke leelijke woorden.

't Was op den eersten September, dat De Ruyter voor Malaga was aangekomen, toen hij Klaas Dirksz bij zich riep. "Stuurman!" zeide hij, "Zet de kleine boot uit en roei aan land. Er zijn zeker brieven voor ons; want aan het strand staan verscheidene menschen, die ons teekenen schijnen te geven."

Op een wenk van den Prins zette hij zijn lectuur voort. Een dure slaapkameraad. Wij slaan bijna zestien maanden over en begeven ons in het laatst van de maand April van het jaar 1663 nogmaals naar de woning van den pruikenmaker Pieter Dirksz. Als wij den winkel binnentreden, vinden wij er slechts één jongen. En als wij dien jongen aandachtig beschouwen, schijnt hij somber en gedrukt te zijn.

Wij treden den winkel van baas Dirksz binnen en vinden daar den tweeden zoon Jacob achter de toonbank zitten, bezig met het opmaken eener reusachtige allongepruik, want niet alleen het vervaardigen van die hoofddeksels verschafte onzen haarwerker goede winsten, het onderhoud daarvan schonk hem geregeld werk.

Wanneer je zulke bescherming hebt, is 't geen wonder ook. Als je door zulk groot volk gepraaid wordt, heb je maar op sleeptouw mee te varen. En nou zal ik je eens vertellen, wat er al met mij in die twee jaren gebeurd is." "Dat is goed, Klaas," herneemt Pieter Dirksz. "Maar zou je eerst niet wat gebruiken?" "Als je er dan op staat, Pieter, geef me dan een oorlam.

"De Engelschman heeft mij doodelijk gekwetst." "Gij zult niet sterven, oom!" zeide Pieter. "Vlei je niet, mijn beste jongen," hernam Klaas Dirksz gebroken. "Tegen den dood is geen kruid gewassen. Ik voel hem reeds in mijne aderen. Vaarwel, Pieter! groet den Admiraal van mij. Zeg aan De Ruyter..." Hier kon de stuurman niet meer spreken; vreeselijk draaiden zijne oogen in hunne kassen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek